272 11 OKTOBER 1961 Door de heer Zijtregtop is voorts opgemerkt dat steeds minder verga deringen van de commissie van overleg worden gehouden. Dit is een normale gang van zaken. De raad moet namelijk weten dat deze commissie een zuiver technische commissie is en geen beleidszaken behandelt. In de aanloopperiode moesten veel meer technische vraagstukken, o.a. samen stellen van formulieren enz., behandeld worden dan thans; dit was nodig om het systeem te laten lopen. Vandaar deze dalende vergaderfrequentie; het was ook minder nodig. Daar komt nog bij dat dokter Vercauteren nog gedurende een bepaalde periode in het ziekenhuis heeft gelegen. Spreker zegt bijzonder verheugd te zijn met de positieve benadering van de tandartsen door de heer Quadekker. De door de heer Quadekker aangehaalde passage uit het verslag met betrekking tot de verantwoordelijkheid van de juffrouw die in de klassen een praatje gaat maken, is een formele clausule, die in het rapport niet gemist kan worden. Het is namelijk zo dat niemand in een school les mag geven zonder wettelijke onderwijsbevoegdheden. De desbetreffende juffrouw heeft geen wettelijke onderwijsbevoegdheid, zodat zij formeel niet voor een klas zou mogen staan. Daarom moet zij de voorlichting in de klas geven „onder verantwoordelijkheid" van de klasse-onderwijzer. Er is met de schoolraad, R.O.O.S. en andere onderwijs-instanties afgesproken dat dit uitdrukkelijk in het jaarverslag zou worden opgenomen; dit ter voorkoming van bezwaren uit de onderwijswereld. Thans to the point; Hij kan er volledig begrip voor hebben dat de tandartsen er bezwaar tegen hebben dat de voorlichting niet door een deskundige kracht en onder verantwoor delijkheid van de tandartsen geschiedt, ook al zijn de tandartsen bereid aan te nemen dat de juffrouw het goed doet. Daar staat echter een alter natief tegenover waarvoor de tandartsen begrip moeten hebben. Het is toch zo dat het onderwijs zich sterk belaagd voelt door allerlei activiteit die van buiten „het onderwijs" op de school afkomt. De meeste raadsleden zullen er geen idee van hebben wie zich allemaal geroepen achten om op school de jeugd voor te lichten. Daarnaast is er een stroming gaande dat het onderwijs de schoolhygiëne particulier in handen wil nemen. Men probeert in onderwijskringen zoveel mogelijk niet-onderwijsinstanties uit de klassen te weren, teneinde daardoor de rust op de school en de con tinuïteit van het lesprogramma te garanderen. Het vraagt een wijs en verstandig beleid om tussen de standpunten van het onderwijs en de tandartsen door te koersen. Als gesteld wordt dat er op de huidige wijze geen voldoende garantie is dat goede tandheelkundige voorlichting wordt gegeven, dan wil spreker alleen maar opmerken, dat het niet de bedoeling is dat de juffrouw college geeft in tandheelkunde. De taak van de juffrouw is alleen de kinderen dental-minded trachten te maken, met andere woorden de kinderen inte resse bij te brengen voor een goede gebitsverzorging; dit is een kwestie van jaren. Niet alleen tijdens de schoolperiode, maar ook daarna zal voorlichting nodig zijn. Spreker wil daarom gaarne de opmerking van mevr. De Bonte onderstrepen, doch daarbij tevens een waarschuwend geluid laten horen, dat niet in overhaast tempo moet worden gewerkt, om mogelijke fiasco's te voorkomen. De dental-nurse is totaal iemand anders dan de juffrouw die nu in Breda de scholen bezoekt, de dental-nurse doet een eenvoudige behandeling. De maatschappij ter bevordering van de tandheelkunde bestudeert deze aan gelegenheid nog; er is in deze nog geen uitspraak gedaan. Breda heeft hier een tussenvorm ingevoerd waarmede men straks alle kanten uit kan. De jufrouw in Breda heeft voldoende theoretische scholing gehad om voorlichting aan kinderen te geven; zij tracht de jeugd op een populaire manier te interesseren voor de gebitsverzorging. Spreker zegt de tandartsen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 272