y Sr 11 OKTOBER 1961 275 i J o O^Q M 0 TJ De VOORZITTER merkt op dat verwezenlijking alleen maar mogelijk zal zijn, als binnen het krediet kan worden gebleven. Hierna besluit de raad conform het voorstel. 11. Bijkomende werken in uitbreidingsplan Hoge Vucht en onderhandse aanbesteding van transformatorstations. De heer QUADEKKER zegt reeds negenmaal dezelfde opmerking te hebben gemaakt. Op pagina 2 van het voorstel staat „Het ligt in het voornemen de transformatorstations, zoals gebruikelijk, onderhands aan te besteden". In het conceptbesluit staat nu weer dezelfde motivering „dat het niet mogelijk is bij openbare aanbesteding voldoende waarborgen te treffen ter verzekering van een juiste uitvoering dezer gebouwen". Zoals bekend mag worden verondersteld, is spreker het met deze motivering niet eens. Nogmaals verzoekt hij in het raadsbesluit op te nemen „dat het niet wenselijk is een openbare aanbesteding te houden" in plaats van „dat het niet mogelijk is". Mogelijk kan de dienst van openbare werken in deze geest geïnstrueerd worden. De VOORZITTER zegt dat het inderdaad een bekend thema is; het blijkt dat het college niet tot een andere terminologie is kunnen komen. Wethouder VERMEULEN merkt op dat openbare werken niet debet is aan de opstelling van de tekst. De VOORZITER verzoekt „mogelijk" te laten staan en „wenselijk" te begrijpen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 12. Beplanting rondom de bezinkput van de N.V. Centrale Suikermaat- schappij. De heer VERSCHUREN bevreemdt het ten zeerste dat de kosten voor de hierbedoelde beplanting op 19.000,- worden geraamd; de bezinkput wordt slechts omgeven door een smalle dijk. Hij vraagt enige toelichting. Mevr. VAN MIERLO zegt aanvankelijk gedacht te hebben aan putten die boven de grond uitsteken. Zij is de situatie in ogenschouw gaan nemen en is op de weg gaan staan. Spreekster begrijpt niet waar die aanzienlijke beplanting zal moeten worden aangebracht. Het is een secundaire weg, waarvan de berm recht naar beneden gaat; het zijn hele kleine dijkjes. De zinkputten lijken op kleine meertjes. jKcn Schönheitnfohler zou kunnen zijn om de groto ijzeren buizen van 35 cm middellijn dio boven do grond uitsteken door een ligucterhaag to camouflorcrj Bovendien wordt door het aanbrengen van een beplanting het gezicht op het mooie landschap ontnomen. Spreekster acht het aanbrengen van een beplanting zoals burgemeester en wethouders voorstellen volkomen absurd. De heer KROON vraagt waarom dit voorstel niet gebracht is in de afdeling voor de beplantingen. Wethouder VERMEULEN weet niet welke putten mevr. Van Mierlo heeft gezien. Hij zegt zelf de situatie niet te hebben gezien, uiteraard wel op de tekening. De bezinkput moet nog worden aangelegd vlak naast het dijklichaam, het wordt geen opstaande put. De voorziening zal vanuit de weg een niet al te fraai gezicht geven. Daarom zal er een beplanting worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 275