11 OKTOBER 1961
283
schriftelijk in gesloten enveloppen worden ingediend aan de rapporteur of
is het voorstel te revolutionair.
De heer ZIJTREGTOP is het met de heer Quadekker eens. De huidige
werkwijze kost veel tijd.
Mevr. VAN MIERLO is het er niet mee eens. Op de voorgestelde wijze
zouden vragen kwijt kunnen geraken.
De heer QUADEKKER meent dat als de vraag zoek is geraakt, de
vragensteller er zeker op zal attenderen. Hij heeft een tussenvoorstel. Als
er leden zijn die er beslist belang bij hebben, dat zij de vragen horen
voorlezen, laten zij dan de vragen bij de wethouder persoonlijk indienen,
die ze dan kan voorlezen.
De heer MELZER kan het standpunt van de heer Quadekker onder
schrijven. Ieder raadslid moet de gelegenheid krijgen de vragen mondeling
te stellen.
De heer VAN BIJNEN ziet toch wel bezwaren in het voorstel. Volgens
de huidige regeling kunnen nog altijd tijdens de discussie vragen bijgevoegd
worden.
De heer A. C. BASTIAANSEN stelt voor het vraagstuk nog eens in het
seniorenconvent te bekijken om na te gaan of een andere werkwijze mo
gelijk is.
De VOORZITTER zegt dat de huidige werkwijze op een traditie steunt.
Hij ziet geen reden om met die traditie te breken. Hij stelt voor de gevolgde
methode te handhaven.
De heer DRION merkt op dat de werkwijze vast ligt in het reglement
van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad; dit reglement kan
zo maar niet met voeten getreden worden.
De heer MINDERHOUD zegt dat het in de bedoeling ligt het afdelings-
onderzoek op 13 november aanstaande plaats te doen vinden. Dit is op de
dag dat de fracties vergaderen. Hij verzoekt een andere datum vast te
stellen.
Wethouder MEIJS zegt dat een andere datum zal worden vastgesteld.
Hierna wordt overgegaan tot trekking van een volgnummer van de
presentielijst.
De VOORZITTER deelt mede, dat nummer 19 is getrokken.
41. Begrotingswijzigingen.
De heer VAN BIJNEN zegt dat al meerdere malen bezwaar is gemaakt
tegen het in begrotingswijzigingen schuil laten gaan van bepaalde voor
stellen. Er kunnen belangrijke bedragen inzitten. Bij een van de begrotings
wijzigingen heeft spreker gelezen dat bepaalde maatregelen ter voorkoming
van wateroverlast niet getroffen kunnen worden, zodat de begrotingspost
verlaagd dient te worden. Hij kan zich niet voorstellen, dat er mensen zijn
die niet willen medewerken aan de bestrijding van wateroverlast. Dit zou
een gebrek aan burgerplicht zijn. Hij verzoekt een nadere toelichting.
Voorts vraagt hij wat bedoeld wordt met het aanleggen van een gronddam
in de Burgemeester Passtoorsstraat als gevaar voor wateroverlast dreigt.