V 15 NOVEMBER 1961 311 cf i 9 lof geweest over de activiteiten van het centrum. Desondanks heeft het centrum goede voorstellingen gebracht. De afkoopsommen die gesteld worden, zo vervolgt de wethouder, zijn redelijk en daaraan moet de hand worden gehouden. Dit laatste is regel bij het Zuidelijk Toneel. Aan de heer Quaedekker deelt de wethouder mede, dat andere ge meenten de daar gevestigde gezelschappen subsidiëren. Bedragen zijn hem echter niet bekend. Vervolgens dringt hij nog aan om het nodige geduld op te brengen en niet reeds dit jaar te eisen dat het gezelschap volledig aan haar taak voldoet. Als achtergrond van dit voorstel moeten wij zien, dat wij hebben bij te dragen aan de instandhouding van culturele instellingen. Gezamenlijk moeten wij deze taak behartigen. De heer MENDES dankt de wethouder voor zijn antwoord, doch hem is blijkbaar ontgaan de vraag om bij het Zuidelijk Toneel aan te dringen op het geven van minstens één vrije voorstelling desnoods met gemeente lijke garantie. De heer VAN WERKHOOVEN vindt het niet prettig door de wet houder als eenling weggezet te zijn, doch hij is er ook wel van over tuigd, dat de wethouder dat zo niet bedoeld heeft. In eerste instantie heeft hij betoogd, dat hij het niet juist acht, dat door de gemeente een subsidie wordt gegeven aan de provincie. Voorts wenst hij geen subsidie aan gezelschappen als het Zuidelijk Toneel maar aan het toneelleven te Breda. Naar zijn mening moet bij het verlenen van subsidie de eis van vesti ging in het zuiden worden gesteld. Hij meent dat dit geen doorgang zal vinden, omdat artiesten niet in het zuiden willen wonen. Artiesten zijn handig op zakengebied. Als voorbeeld hiervan haalt hij aan, dat de leider van een bepaald gezelschap een goed honorarium heeft. Nu eist het rijk voor het verlenen van subsidie minstens één Nederlands stuk. Aan de vrouw van de leider werd opdracht gegeven om dit stuk te schrijven. Voor wat de vier op het programma voorkomende vrije voorstellingen betreft deelt spreker mede, dat ten deze door het Zuidelijk Toneel geen contact is opgenomen met Concordia. Hij kan dan ook wel de garantie geven dat de geplande vrije voorstellingen er niet komen, mede omdat er praktisch niemand naar een dergelijke voorstelling gaat. Trouwens, zo vervolgt hij, het hele seizoen ligt reeds vast, zodat het vermelde over de vrije voorstellingen niet juist kan zijn. Dat het Zuidelijk Toneel te Breda niet getapt is, concludeert hij mede uit het feit, dat Bredanaars alleen maar gaan kijken als er spelers met naam meedoen. Dat er door het gezelschap bezuinigd is, geeft hij graag toe, maar dat was harde noodzaak anders was het zeker niet gebeurd, want artiesten leven zich graag uit en liefst met geld van een ander. De T.V.-stichting had vorig jaar 150 rollen te verdelen voor 225.000,-. Nu vraagt de T.V.-stichting slechts artiesten voor 90 rollen en geeft daar voor uit 125.000,Door een groter aantal voorstellingen te geven kan derhalve 100.000,bezuinigd worden. De bezuiniging betreft dus kennelijk grote stukken. De heer QUAEDEKKER zegt, dat de wethouder heeft medegedeeld, dat het overleg tussen de provincie en de gemeenten nog gaande is. Hij wil graag van het resultaat op de hoogte gesteld worden zodra het overleg geëindigd is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 311