314
15 NOVEMBER 1961
32. Krediet t.b.v. het onderhoud van sportpark „Ginneken" aan de
Galderseweg.
33. Het betuigen van adhesie aan de raad van Made c.a. inzake recrea
tiestichting „De Biesbosch".
34. Aanbieding jaarrekening 1959/1960 en begroting 1961/1962 van de
St. Fidelisvereniging.
De raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
35. Beschikbaarstelling krediet inzake het uitgeven van een gemeentelijk
voorlichtingsblad.
De heer RATTINK zegt. dat er eens een college van burgemeester
en wethouders was, dat voor activiteiten op dit gebied niets voelde.
Met mii, zo vervolgt hii. hebben vele anderen in het verleden op de
mogelijkheid en wenselijkheid van deze activiteit gewezen. Graag gaat
hij met het voorstel akkoord en hij waardeert de poging om de afstand
tussen overheid en burgerij te verkleinen.
Hij beschouwt dit als een goede gelegenheid om de burgers voor te
lichten over datgene wat er voor hen gedaan wordt. Hij stelt ook eens
gevraagd te hebben een contactavond te beleggen, doch hij is bereid
ten deze geduld te oefenen. Dit blijft voorlopig nog een vrome wens.
De heer VAN BIJNEN staat nog wel enigszins sceptisch tegenover
het voorstel en wil graag het resultaat afwachten.
Toch ziet hij in de uitgifte van het blad wel een mogelijkheid om
de burgers on hun eigen belangen te wijzen en daardoor begrip te
kweken voor het algemeen belang. Dit pogen is een taak van de over
heid, meent hij. Ook hij vraagt de contacten met de burgerij uit te
breiden.
De heer HULSKRAMER deelt mede dat het voorstel ook hem verrast
heeft.
Hij vindt het moeilijk te beoordelen of het voorlichtingsblad zal in
slaan. Hij acht het goed gezien om het blad 3 of 4 maal per jaar te laten
verschijnen.
Hij vraagt of het college in grote lijnen iets kan zeggen over de onder
werpen, die behandeld zullen worden.
De heer QUAJËDEKKER is beducht voor het budgetje van 4500,
per keer dat het blad verschijnt. Er zullen, zegt hij, mensen gevonden
moeten worden met een goede pen. Dergelijke mensen moeten betaald
worden, terv/ijl het blad toch ook gedrukt moet worden. Hij zegt graag
goed te willen beginnen en zou daarom graag een hoger bedrag be
schikbaar stellen.
De heer MELZER wil graag ten deze de kat uit de boom kijken.
Mevrouw DE BONTE vraagt of dit toch vooral geen blad wordt met
advertenties. Verder vraagt zij zich af waarom het blad „Breda - Van
daag" genoemd zal worden en waarom geen „Breda Nu".
De heer DRTON zegt niets van de uitgifte van het blad te verwach
ten. Hij vindt het weggegooid geld. De burgerij heeft geen belangstelling
voor het werk van de overheid. Bovendien zegt hij, dat een kwartaal
periodiek slechts een kopie kan zijn van de persconferenties. Indien