15 NOVEMBER 1961
315
het voorstel wordt aangenomen wenst hij geacht te worden te hebben
tegengestemd.
Mevrouw VAN MIERLO vraagt hoe het college de belangstelling
denkt te peilen.
De heer MENDES vindt in tegenstelling tot de heer Drion dat in dit
krantje de mogelijkheid aanwezig is om de plaatselijke pers te rectifi
ceren.
De heer STOKKERMANS vraagt of de mogelijkheid bestaat om in
gezonden stukken in het blad op te nemen.
De heer VAN GISBERGEN is tegenstander van advertenties in het
blad.
De VOORZITTER zegt te constateren dat velen dit initiatief een der
middelen vinden om de burgerzin op te wekken. De heer Van Bijnen
legt weliswaar meer de nadruk op persoonlijk contact doch het een
behoeft het ander niet uit te sluiten.
Als men zich afvraagt welke onderwerpen in het blad zullen worden
behandeld, dan kan ik mededelen, dat dit onderwerpen zullen ziin die
ook aan de raad worden voorgelegd alleen in een andere verpakking,
zoals aangelegenheden betreffende de B.B., beplantingen, de Politie,
huisvuilophaaldienst etc.
Ook intercommunale zaken en misschien zelfs internationale zaken
zullen aan de orde worden gesteld.
Er zal beslist een aantal mensen gevonden kunnen worden die dit
onder een goede vorm weet te brengen.
Hij zegt verder te geloven, dat de eerste taak van de redactieraad zal
zijn, dat alles wat behandeld wordt voor een grote groep van mensen
verteerbaar is.
Hij durft momenteel nog geen uitspraak te doen t.a.v. het opnemen
van advertenties. Het ligt zeker niet in de bedoeling ten deze alles uit te
sluiten zoals bijvoorbeeld advertenties van eigen instellingen of van
andere semie overheidsinstellingen.
Voor wat de naam betreft heeft de voorzitter zich ook afgevraagd of
Breda Vandaag" goed is. Persoonlijk heeft hij gedacht aan namen als
Breda's Profiel", „Bredase Akkoorden", „Soiegel van Breda", „Bredase
Omnibus" etc. Dit wil hij graag aan de redactie overlaten. Hetgeen de
heer Drion gezegd heeft meent hij voor kennisgeving te mogen aannemen.
Voor wat het peilen van de belangstelling betreft zegt de voorzitter
dat hij van mening is, dat ook voor bijdragen van de burgerij een plaatsje
in het blad moet worden gevonden.
De hoofdzaak is nu, vervolgt hij, er vertrouwen in te hebben en dat
het college nu een middel in de hand heeft om de afstand tot de burgerij
te overbruggen.
De heer VAN CAULIL zegt per se tegen het voorstel te zijn als de
mogelijkheid opengelaten wordt om advertenties in het blad te plaatsen.
Voor wat naam indeling rubrieken etc. betreft wil hij graag dat
er de eerste 4 kwartalen proefnummers verschijnen en dat men daarna
eerst gaat beslissen over de definitieve vormgeving.
De VOORZITTER deelt mede, dat het niet in de bedoeling ligt om
echte advertenties in het blad op te nemen, doch hij wil de mogelijkheid
om bijvoorbeeld aandacht te vragen voor een tentoonstelling niet uit
sluiten.