320
15 NOVEMBER 1961
De heer KRAMERS zegt, dat hij in de afdeling voor openbare werken
iets in het voorstel heeft zien staan wat niet duidelijk is. Er staat n.l.
„de huidige huurprijs inclusief centrale verwarming". Hij vraagt hiervan
te maken „inclusief centrale verwarmingsinstallatie", omdat men anders
tot de conclusie zou kunnen komen, dat ook de olie voor het stoken van
de verwarming bijgeleverd moet worden.
Wethouder VERMEULEN verklaart zich akkoord met de toevoeging
installatie.
Rondvraag.
De heer VAN BIJNEN vraagt of er al een beslissing genomen is
inzake het beschikbaar stellen van borden ten behoeve van de a.s. ver
kiezingscampagne der politieke partijen.
gelezen te hebben, dat er een verkeersgeleidingsplan voor de binnenstad
is ontworpen. Hij vraagt of burgemeester en wethouders bereid zijn het
plan aan de raad voor te leggen.
De heer MENDES heeft in de plaatselijke pers de rede van de heer
Van Geel gelezen over de vervuiling van de stad. Deze rede is hem uit
het hart gegrepen.
Echter is hem in die rede de volgende passage opgevallen: „nog heeft
de overheid hiertegen geen maatregelen genomen, terwijl een proces
verbaal toch wel op zijn plaats zou zijn; de algemene politieverordening
zou mogelijk op dit punt kunnen worden aangevuld".
In artikel 20, le lid, sub c, is bepaald, dat het zonder vergunning van
burgemeester en wethouders verboden is op de weg bouwstoffen, brand
stoffen, land- en tuinbouwprodukten, grond, afval, kisten, zakken, koop
waar en dergelijke te leggen, te storten, te plaatsen, te werpen of achter
te laten. Ook art. 22, le lid, verbiedt de verontreiniging van de weg.
Op grond van deze bepalingen kan tegen overtreders worden opgetreden.
Hij verzoekt maatregelen te nemen, om misverstanden bij de burgers
tengevolge van de rede van de heer Van Geel, te voorkomen.
De heer VAN HOUTEN zegt, dat het terrein op de hoek Talmastraat-
Colijnstraat door de bewoners als vuilnisstortplaats wordt gebruikt. Een
paar keer per jaar wordt het gereinigd. Hij vraagt of op deze plaats niet
een eenvoudig gazon gemaakt kan worden.
De heer QUA^DEKKER zegt, dat door de B.B.A. in de Nieuwe
Ginnekenstraat een haltebord verplaatst is van dicht bij het van Cooth-
plein naar het midden van de straat. Het bord staat nu precies voor het
huis van een arts, die zijn behandelingskamer aan de straatzijde heeft.
Deze arts ondervindt veel hinder van de halte. Hij vraagt het bord terug
op de oude plaats te zetten of in ieder geval van de tegenwoordige
plaats te verwijderen, doch niet voor de woning van nog 2 artsen, welke
thans ter weerszijden van de halte wonen en ook hinder ondervinden.
(Er mogen geen patiënten per auto voor de 3 deuren gehaald of gebracht
worden). Tevens is door de bovenaangehaalde verplaatsing de parkeer-
mogelijkheid aanzienlijk verminderd.
De heer HULSKRAMER vraagt maatregelen ter voorkoming van de
overlast, die bewoners van de Vinkstraat en Past. Pottersplein onder
vinden van ter plaatse aanwezige bladeren en boomwortels.
De VOORZITTER richt een woord van afscheid tot de heer Kamphuys.
Bij gelegenheid van uw zilveren jubileum als raadslid is reeds uw
persoon, uw werk enz. uit de doeken gedaan en is u reeds van alle
zijden erkentelijkheid betuigd.