334 13 DECEMBER 1961 dat men deze apparaten gerust tot de normale uitrusting van de woning mag rekenen. Om deze reden is het dan ook wenselijk deze op te nemen in de oorspronkelijke kredietaanvrage voor de bouw der woningen. Op deze wijze wordt tevens voorkomen dat de huurprijs later weer moet worden gecorrigeerd. De heer VAN GISBERGEN vraagt of het niet beter is de apparaten eerst te doen aanbrengen nadat de woningen zijn verhuurd. De betrok ken huurder kan dan zelf beslissen of en op welke wijze hij over een doorstroomapparaat wil beschikken. Men kan heel goed in de particu liere sector terecht en dan er er ook geen huurcorrectie achteraf meer nodig. Mevrouw VAN MIERLO zal gaarne vernemen of aan de betrokken huurders is gevraagd of zij een apparaat willen huren, of wordt het ge bruik daarvan zonder meer opgelegd? De suggestie van de heer Van Gisbergen zou spreekster willen volgen. De gemeente zou echter wel voor de leidingaanleg moeten zorgen. De heer HULSKRAMER meent dat gesproken moet worden van een complex van 76 woningen, nl. 68 8. De VOORZITTER merkt op dat de 8 woningen een apart complex vormen. Wethouder VERMEULEN herinnert aan het destijds door een vroe gere fractievoorzitter van de K.V.P. thans staatssecretaris ingeno men standpunt inzake de vrijheid van inkomensbesteding, in verband ge bracht met de huur van doorstroomapparaten. Wat nu gezegd is, is dus niets nieuws, maar alleen een herhaling van vroegere debatten over dit onderwerp. Spreker gelooft dat de praktijk nu wel heeft uitgewezen dat dit leidt tot hetgeen daar destijds van werd verwacht. De raad heeft herhaaldelijk aanvullende kredieten moeten verlenen voor het inrichten van douchecellen, terwijl het een voordeel is dat dit direct bij de bouw gebeurt. Gelukkig heeft de raad in het verleden het standpunt ingenomen dat de douchecellen inderdaad behoren te worden ingericht, wanneer daarnaar door de huurders wordt gevraagd. Aan het verzoek van de heer Van Duijl, om de kredietaanvrage voor het aanbrengen van doorstroomapparaten tegelijk bij het bouwplan in te dienen, zal worden voldaan. Het zal in de toekomst niet zo vaak meer voorkomen dat de gemeente zelf woningen gaat bouwen, omdat deze taak weer zoveel mogelijk aan de bouwverenigingen zal worden overgelaten. In verband met de vraag van de heer Van Gisbergen merkt spreker op dat het in het belang van de volksgezondheid is dat de douchecellen compleet ingericht worden. De woningen zijn nog niet bewoond, zodat aan de huurders niet kan worden gevraagd of zij een doorstroomapparaat wensen te huren. Mevrouw VAN MIERLO vraagt naar het totale huurbedrag. Wethouder VERMEULEN antwoordt dat dit f 16,70 per week bedraagt, te verhogen met de f 0,65 voor geiserhuur. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 10. Benoeming leden en plaatsvervangende leden commissie Woonruim- tewet 1947.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 334