348
13 DECEMBER 1961
reeds overladen agenda is opgenomen. In liet vervolg zou hij vooi een
dergelijk stuk toch wel liever minstens een maand beraad willen vragen.
Hij merkt voorts op dat in de nota is gesteld dat de zweminrichtingen
het Ei en de Prinsenpiassen niet aan de eisen voldoen. Dit geldt echter
ook voor De Warande. Daar is wel een groot wateroppervlak maar voor
het zwemmen is daarvan maar een klein gedeelte beschikbaar.
Op bijlage 4 ontbreken de bezoekcijfers van het sportfondsenbad over
de jaren 1948 t/m 1955. Spreker zal de ontbrekende gegevens nog gaarne
vernemen. In het bezoek van het sportfondsenbad zit een stijgende lijn.
Zijn hierin de schoolbaden begrepen?
De heer MINDERHOUD sluit zich aan bij het verzoek van de vorige
sprekers. Hij merkt over de nota het volgende op:
De nota omtrent de zwemsituatie geeft aan dat het Ei en de Prinsen-
plassen onvoldoende gelegenheid geven tot het beoefenen van de zwem-
sport.
Er zal dus iets moeten gebeuren in Breda om hierin verbetering te
brengen.
Dit geeft u aan in hoofdstuk IV en V van de nota. Met de inhoud
ervan kan ik mij verenigen.
Resten nog twee vragen:
Wat is de oorzaak van het groot aantal bezoekers aan het Ei (106.000)
in 1955 tegen ruim 50.000 slechts in 1954 en de teruggang tot nog geen
28.000 in 1956?
Deze vraag geldt ook voor het kosteloze bad in dezelfde jaren. 1953
had daarentegen een groot aantal bezoekers.
Het zal wel erg lastig zijn, in verband met identificeren van personen,
doch de vraag rijst of geen maatregelen te treffen zijn, dat de zwem
verenigingen van buiten Breda in de zg. publieke uren, geen toegang
krijgen tot het sportfondsenbad?
Dit geldt niet alleen voor zwemclubs, maar ook voor individuele per
sonen.
De VOORZITTER meent in de geest van het door de heer Huls
kramer gestelde te handelen door de beantwoording der gestelde vragen
thans niet aan de orde te stellen.
Besloten wordt de nota aan te houden voor schriftelijke behandeling
van de gestelde vragen.
37. Benoeming leden gemeentelijke sportstichting.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
38. Subsidie patronaatsgebouw Viandenlaan.
De heer VAN CAULIL heeft bij dergelijke voorstellen in het verleden
meermalen met woord gevoerd. Hij vreest vervelend te zijn door dit nu
weer te doen maar de aanleiding is het uitblijven van richtlijnen inzake
het gebruik van gesubsidieerde ruimten. Hij zal gaarne vernemen hoe
het staat met deze richtlijnen.
Wethouder BASTIAENSEN meent duidelijk te weten waarop de heer
Van Caulil doelt. Hij herinnert er aan dat dergelijke richtlijnen bijvoor
beeld voor het gemeenschapshuis „De Vlieren" zijn vastgesteld. Het is
echter niet de bedoeling dergelijke richtlijnen op alle ruimtebiedende
gelegenheden toe te passen. Het gaat hier soms om geheel zelfstandige
lichamen, zoals in dit geval, aan welke een subsidie wordt toegekend