13 DECEMBER 1961
349
voor een klein onderdeel van de gehele exploitatie. Het gaat burgemees
ter en wethouders te ver daaraan voorwaarden te verbinden als door de
heer Van Caulil bedoeld. Zij willen geval voor geval bezien en zonodig
richtlijnen vaststellen.
De heer VAN CAULIL acht het onjuist dat dergelijke richtlijnen voor
het ene gebouw anders zouden moeten zijn dan voor het andere. Ver
keersregels zijn toch ook voor alle weggebruikers hetzelfde. Hij vraagt
zich dan ook af of het niet mogelijk is objectieve regels vast te stellen
voor alle gebouwen ter vermijding van oneerlijke concurrentie. Bij ver
keersregels maakt het ook niets uit of men veel of weinig belasting be
taalt. Voor ieder gelden dezelfde regels. Het zal spreker een genoegen
zijn als hij niet telkens op deze materie terug zou moeten komen.
Wethouder BASTTAENSEN zegt: „omnis comparatio claudicat" (iedere
vergelijking gaat mank). Ook bij de verkeersregels houdt men overigens
rekening met zwaar en minder zwaar verkeer. Bij dit onderwerp moet
men onderscheid maken naar de omvang van het subsidie. Als een
ruimtebiedende gelegenheid geheel wordt gesubsidieerd is het juist dat
regels inzake het gebruik worden gesteld. Wanneer een gebouw als het
onderhavige 30 a 40 jaar bestaat en nu eenmalig een subsidie behoeft
wegens door de overheid opgelegde maatregelen dan is het onaanvaard
baar daaraan voorwaarden te verbinden. Men moet oppassen dat men
geen spoken gaat zien. Spreker blijft er bij dat geval tot geval moet
worden bezien en dat burgemeeser en wethouders voldoende attent blij
ven op het voorkomen van oneerlijke concurrentie.
De VOORZITTER onderstreept dat de subsidiëring van gemeentewege
de exploitatiemogelijkheid van deze instellingen niet mag uithollen. Er
is een principieel verschil tussen de geheel gesubsidieerde gebouwen en
die, welke gedeeltelijk worden gesubsidieerd. Spreker meent dat een
juiste middenweg moet worden bewandeld.
De heer MELZER zal nog gaarne vernemen of de heer Van Caulil
namens zijn gehele fractie heeft gesproken.
De heer VAN CAULIL antwoordt, dat hij de mening van meerdere
personen heeft verkondigd.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
39. Aankoop van panden.
40. Aankoop van gronden.
41. Aankoop van gronden met opstallen.
42. Uit de pachtneming van gronden.
43. Verkoop van grond.
44. Verhuur van het pand Catharinastraat 24.
45. Verhuur van het pand Kloosterlaan 1.
46. Uitgifte grond in erfpacht.
47. Ruilovereenkomst ten behoeve van de zuidelijke rondweg.