13 DECEMBER 1961
351
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
68. Garantie woningbouwvereniging St. Joseph.
Wethouder MEIJS doet mededeling van het volgende raadsvoorstel:
In het raadsbesluit van 11 oktober 1961 inzake gemeentelijke garantie
van de door de woningbouwvereniging St. Joseph met de N.V. Bank
voor Nederlandsche Gemeenten te sluiten hypothecaire lening, groot
712.000,voor de bouw van 52 woningen in Hoge Vucht I, zijn onder
punt 7 en 8 bepalingen opgenomen die verplichtingen inhouden van de
bouwvereniging ten opzichte van de gemeente.
De bepalingen houden regelen in ten aanzien van het onderhoud en
de verzekering, de controle op het onderhoud en op de financiën, het
verbod inzake vervreemding, bezwaring en verandering der woningen,
het verstrekken van inlichtingen en het jaarlijks overleggen der verlies- en
winstrekening; verder is daarin geregeld dat, wanneer de gemeente uit
hoofde van de garantie enige betaling aan geldgeefster heeft gedaan
de bouwvereniging verplicht is al die maatregelen te nemen die wij
nodig achten.
In punt 6 van het raadsbesluit is bepaald dat in de akte van geld
lening met hypotheekstelling de voorwaarden en bepalingen van het
gemeentelijk garantie-besluit zullen worden verwerkt.
Door de Bank voor Nederlandsche Gemeenten is nu ernstig bezwaar
gemaakt tegen opneming van de bovenvermelde bepalingen onder 7 en
8, daar de bank een onvoorwaardelijke garantie van de gemeente dient
te krijgen en althans niet kan instemmen met bepalingen op de uitvoe
ring waarop zij geen invloed kan uitoefenen.
Wij kunnen dit standpunt van geldgeefster begrijpen en zien er dan
ook geen bezwaar in om de gewraakte bepalingen uit het garantie-
besluit te laten vervallen; het daarin geregelde kan in een afzonderlijke
overeenkomst tussen de gemeente en de bouwvereniging worden vast
gesteld.
Wij stellen U derhalve voor overeenkomstig het verzoek van de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten de vermelde bepalingen 7 en 8
uit het raadsbesluit van 11 oktober j.l. te laten vervallen en in een af
zonderlijke overeenkomst met de bouwvereniging op te nemen.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
Rondvraag.
De heer QUADEKKER zegt het volgende;
Bij de brand van de meubelafdeling van V. en D. in de Karrestraat
heeft het, na het uitbreken van de brand een half uur geduurd vóór
de brandweer ter plaatse was.
Door de gelukkige omstandigheid dat het windstil was is deze brand
betrekkelijk goed afgelopen.
Bij westenwind en gezien de zeer dichte bebouwing in de Karrestraat,
hadden de gevolgen fataal kunnen zijn.
Wat is de route geweest van de brandweerauto's?
Hoe is de melding verlopen?
Is de politie gewaarschuwd, teneinde bepaalde straten af te kunnen
sluiten?
Is de plaats van de brandweerkazerne eigenlijk niet foutief?
Heeft de brandweerkazerne voldoende manschappen paraat voor een
eventuele volgende brand in de binnenstad, van dergelijke omvang?
De VOORZITTER zegt dat deze vragen van zeer tendentieuze aard