44 22 FEBRUARI 1961 Antwoord: Behalve het verzoek van een 24-tal bewoners van de Oranjeboomstraat zijn ook nog een 5-tal andere verzoeken om schadevergoeding als gevolg van de jongste wateroverlast ingekomen. De gemeente kan voor de ontstane schade geen aansprakelijkheid aan- voarden. Ook de verzekeringsmaatschappij is deze mening toegedaan. Niettemin willen wij alle mogelijkheden, die tot enige vergoeding aan betrokkenen kunnen leiden, onderzoeken. Zeer binnenkort zal dit onderzoek beëindigd zijn en zullen alle verzoekers antwoord op hun verzoek ont vangen. Het ziet er overigens naar uit, dat ons onderzoek naar alle waarschijn lijkheid weinig resultaat zal opleveren. Zoals uit de ter visie gelegde stukken blijkt, hebben zowel de minister van maatschappelijk werk als het bestuur van het Nationaal Rampen Fonds geen aanleiding kunnen vinden om onze verzoeken dienaangaande in te willigen. Vraag: De heer QUADEKKER vraagt of burgemeester en wethouders bereid zijn de B.B.A. te verzoeken een wachthuisje te doen plaatsen op de Haagsemarkt. Antwoord: Hat ligt in het voornemen de Haagsemarkt nog dit jaar volledig te reconstrueren. Vóórdat met de betreffende werkzaamheden een aanvang zal worden gemaakt, zal met de B.B.A. overleg worden gepleegd inzake het opnemen van een wachthuisje voor buspassagiers in het reconstructie plan. Vraag: De heer MOL deelt mede dat het betegelde wandelpad aan de Hertog Hendriklaan zo smal is, dat het voor twee mensen niet mogelijk is naast elkaar te lopen. Hij verzoekt burgemeester en wethouders te bevor deren dat 2 tegels erbij worden gelegd bij dit wandelpad. Antwoord: Van het bedoelde wandelpad is een deel ter breedte van 1 m. ten gerieve van de wandelaars betegeld, terwijl het verder is verhard met parelgrind. Hiervan kan bij het passeren zonder bezwaar gebruik worden gemaakt. Verbreding van het pad met 2 tegels zou circa 10.000,— kosten, het geen wij, mede omwille van de consequenties, niet verantwoord achten. Wij achten derhalve voorshands geen reden aanwezig om tot verbreding over te gaan. Vraag: De heer STOKKERMANS zegt dat de oostelijke zijde van het Kasteel plein wordt afgesloten door een draadafscheiding. Hij vindt dit niet erg fraai en vraagt of het niet mogelijk is, in samenwerking met het rijk, te komen tot een behoorlijke afsluiting door middel van een hekwerk of iets dergelijks. Antwoord: Deze afscheiding is een tijdelijke maatregel in afwachting van een definitieve oplossing voor deze wand van het Kasteelplein. Het heeft derhalve geen zin aan deze afscheiding nu een permanent karakter te geven. Toekomstige bebouwing van het betreffende terrein met een militair gebouw is niet uitgesloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 44