46 22 FEBRUARI 1961 De uitgifte van bedrijfsterrein geschiedt door de N.V. Maatschappij tot bevordering van industrievestiging. De uitgifte van grond voor bijzondere bebouwing (voor een groot deel betreft het hier schoolterreinen) geschiedt in nauw overleg tussen de directeur van openbare werken en ons college. Bij de beslissing over deze uitgifte spelen uiteraard speciale factoren een rol, zoals de bestaande en toekomstige bevolkingssamenstelling der diverse gebieden, de nood zakelijke ligging van een bepaald project e.d. Vraag: De heer DRION zegt dat hij onlangs op een zaterdag 7-l-'61 te 18 uur zelf geconstateerd heeft dat een patrouillerende politieauto in het midden van de Dr. Struyckenstraat A twintig minuten heeft gestaan boven een gat dat in het wegdek was geslagen. In de auto zaten twee agenten te wachten totdat er een tweede politieauto kwam met een rode lantaarn. De auto's wisten ter plaatse niet hoe ze moesten rijden, links of rechts van de auto>. Spreker vraagt: hadden de agenten uit de auto moeten komen en het verkeer ter plaatse moeten regelen? Zo nu en dan werd de linkerrichting-aanwijzer in werking gesteld teneinde het te doen voor komen dat men voorsorteerde om links af te gaan. Strikt genomen mocht men de politie-auto niet rechts passeren (achteroprijdend), indien het niet duidelijk was, dat deze auto voorsorteerde. Antwoord: Het door de heer Drion gesignaleerde feit is ter kennis gebracht van de commissaris van politie. Vraag: De heer VERSCHUREN: Bewoners van de Mastbosstraat ondervinden veel last van laag hangende takken van de aldaar staande bomen. Het licht in deze woningen wordt hierdoor zeer belemmerd, terwijl in het najaar grote hoeveelheden bladeren in de dakgoten vallen. Daar deze bomen thans eigendom van de gemeente zijn en de tijd van snoeien is aangebroken, verzoekt hij deze takken te verwijderen. Antwoord: Met het snoeien van de bomen in de Mastbosstraat is inmiddels een aanvang genomen. Dit werk vergt veel tijd in verband met het gevaar dat hieraan verbonden is. 3g. Schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant betreffende toewijzing van 200 woningwetwoningen. De VOORZITTER zegt, dat hij, alvorens de wethouders Vermeulen en van Boxtel en de leden van de raad de gelegenheid te geven van hun mening te doen blijken, persoonlijk wil mededelen, dat burgemeester en wethouders met grote verontrusting hebben kennis genomen van deze toewijzing van 200 woningwetwoningen. Deze toewijzing is naar sprekers mening in strijd met de verdelende rechtvaardigheid, vooral als men in ogenschouw neemt, dat er één gemeente in de provincie is, die meer dan 50.000 inwoners minder heeft dan de gemeente Breda, maar meer dan 100 woningwetwoningen meer dan Breda heeft toegewezen gekregen. Aan de verdeling van de woningen ligt een cijfermatige berekening ten grondslag, waarbij het statistisch woningtekort een belangrijke rol heeft gespeeld. Dit statistisch woningtekort is in Breda niet zo groot, omdat het aantal samenwoningen vrij gering is. Dit is echter het gevolg van het gevoerde sociale beleid van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 46