22 FEBRUARI 1961
47
Bij deze zeer geringe toewijzing van woningwetwoningen zal de bouw
capaciteit in Breda niet volledig kunnen worden gebruikt. Door de grote
zuigkracht van de Maasmond bestaat de zeer grote kans dat de bouw
capaciteit in de eerste jaren in Breda veel geringer zal zijn.
Spreker deelt mede, dat burgemeester en wethouders voornemens zijn,'
onverwijld contact op te nemen met gedeputeerde staten en hij hoopt,
dat hij daarheen zal kunnen gaan, gesterkt door de mening van de leden
van de gemeenteraad.
De heer VAN BIJNEN zegt:
Mijnheer de Voorzitter.
De brief van gedeputeerde staten van 8-2-'61, waarin onze gemeente
slechts 200 woningwetwoningen worden toegewezen, heeft ons zeer teleur
gesteld en verontrust. De brief vermeldt, dat deze toewijzing is gebaseerd
op: le. het statistisch woningtekort; 2e. de gemiddelde bevolkingsgroei;
en 3e. op de structuur van de gemeente.
Uiteraard geven wij toe, dat de overheid een objectieve maatstaf moet
hebben ter beoordeling van de woningnood. De woonruimtenota maakte
ons duidelijk, dat ons statistisch woningtekort veel gunstiger was, dan
dat van andere gemeenten. Maar met al dat gecijfer is onze woningnood
van 2019 geregistreerde woningzoekenden niet opgelost. Zou bovendien
dit getal nog niet groter zijn, als we wisten welke jongelui, die wensen
te trouwen, nog een woning zoeken. Hoeveel mensen zouden zo gaarne
van de inwoning verlost worden als ze maar een huis konden krijqen
waarvan zij de huur konden betalen. Uit de debatten tijdens de behandeling
van de woonruimtenota en reeds meermalen voordien is gebleken, dat
juist in de sector van woningzoekenden met een smalle beurs het grootste
tekort bestaat. Dat zijn dus de woningwetwoningen, waarvan we er dit
jaar 200 krijgen toegewezen.
Nog moeilijker te verteren wordt deze zaak, als we weten, dat uit dit
contingent van 200 nog 144 Prontowoningen moeten worden gebouwd,
welke een voor deze groep van woningzoekenden te hoqe huur vergen.
Het is zaak er op dit moment eens op te wijzen, dat gedeputeerde staten
toentertijd het afsluiten van het Pronto-contract hebben bevorderd.
Afstappen van deze voor iedereen duidelijk reële woningnood, waaraan
in 1961 dus niets ten gunste kan worden veranderd en waarvan men
eerder een uitzetting kan verwachten, wil ik toch ook nog wijzen op de
toekomst. Als Breda meer wil industrialiseren, zal dit woningwetwoningen
vergen. Een gunstige woningsituatie is voor een industrieel aantrekkelijk.
Waar zullen wij deze reserve halen?
Behalve deze industrialisatie heeft Breda als centrum-gemeente in West-
Brabant haar van nature toegewezen streekfunctie te vervullen. Ook hier
voor zijn woningen nodig, uiteraard niet alleen woningwetwoningen, doch
ook deze zal men nodig hebben.
Bij het vaststellen van het getal 200 hebben gedeputeerde staten ook
rekening gehouden met het opruimen van krotwoningen, alhoewel daarvoor
geen afzonderlijke toewijzing is bepaald.
Op welke wijze moet Breda nu nieuwe woningwetwoningen verschaffen
aan de bewoners van de huizen, welke aan de zo nodige stadssanering ten
offer vallen.
Over de bouwcapaciteit van een stad spreekt de brief van gedeputeerde
staten niet wel over het hebben van voldoende bouwgrond. Doch ik
zou het daarover wel willen hebben, mijnheer de voorzitter.
In Breda is volgens verkregen inlichtingen voldoende bouwcapaciteit om
onze woningnood te lenigen, doch wat zullen deze bouwvakarbeiders
doen, wanneer de particuliere bouw de woningwetbouw niet voldoende
kan aanvullen?