I
52
22 FEBRUARI 1961
gemeente Breda slechts kan worden voorkomen door een belangrijke ver
hoging van het woningcontingent,
draagt aan het college van burgemeester en wethouders op deze ziens
wijze ter kennis te brengen van het college van gedeputeerde staten en
de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid."
De VOORZITTER is er van overtuigd, dat de redactie van de motie
de instemming heeft van alle raadsleden en deelt de raad mede, dat de
opdracht aan burgemeester en wethouders ten volle ten uitvoer zal
worden gebracht.
Hierna worden de ingekomen stukken, genoemd onder
agendapunt 2a t/m b voor het uitbrengen van preadvies
in handen van burgemeester en wethouders gesteld en de
stukken, genoemd onder 3a t/m p voor kennisgeving aan
genomen.
4. Toezending boekje „Burgerschap en Burgerzin".
De heer DRION wenst van dit voorstel geen halszaak te maken, maar
is van oordeel, dat alleen de drukker van het boekje er zijde bij zal
spinnen. Niet dat spreker het boekje niet goed uitgevoerd vindt, maar
hij betwijfelt dat de tot de kiesgerechtigde leeftijd gekomen ingezetenen
er kennis van zullen nemen.
De heer VAN WERKHOOVEN noemt het een zeer aardig boekje.
Hij zou burgemeester en wethouders willen vragen ook de raadsleden zulk
een boekje toe te zenden. Het boekje zelf noemt hij zeer opvoedkundig
samengesteld; spreker juicht het voorstel toe.
De heer HULSKRAMER heeft met belangstelling van het boekje „Bur
gerschap en Burgerzin" kennis genomen. Hij is van oordeel, dat het
drukwerkje zeer goed verzorgd is en dat de inhoud goed leesbaar is
voor de jeugd. In het voorstel heeft spreker gelezen, dat de voorzitter
een voorwoord zal srhrtiv«>n #»n Aat or>\ro\o fofo'e o1
„Uit het ter visie gelegde exemplaar is hem gebleken, dat de tekst -
over de gemeente ongeveer twee pagina's is. Spreker verzoekt of ook
de tekst over de gemeente uitgebreid kan worden en kan worden aan-
gepast aan de plaatselijk situatie". e
De heer MINDERHOUD zegt het boekje ook te hebben gelezen. Hij
is van mening, dat de raadsleden de kans lopen inlichtingen te moeten
geven. Daarom ondersteunt hij gaarne het voorstel van de heer van
Werkhooven.
De heer RATTINK merkt op, dat zijn fractie bij verschillende begro
tingsbehandelingen de gedachte aan een boekje, thans in het voorstel van
burgemeester en wethouders neergelegd, naar voren heeft gebracht. Het
boekje „Burgerschap en Burgerzin" vindt spreker zeer aardig. Hij kan
daarom de mening van de heer Drion, nl. dat het weggegooid geld is,
niet delen en zal gaarne het voorstel van burgemeester en wethouders
steunen.
De heer VAN DE NOORT heeft in het voorstel gelezen, dat burge
meester en wethouders van plan zijn bij een gunstig resultaat de toezending
van het boekje voort te zetten. Spreker zou gaarne weten hoe burgemeester
en wethouders dit kunnen beoordelen.
De VOORZITTER deelt mede, dat burgemeester en wethouders van
oordeel zijn, dat deze methode goed is om de burgerzin aan te kweken
