70 6 MAART 1961 vraagt zich af, waar de cijfers vandaan worden gehaald; mogelijk uit de volkstelling. Is het aantal inwoningsgevallen in Breda nu werkelijk zo laag als uit het statistische woningtekort blijkt. Spreker zegt enige hoop te hebben, dat de toewijzing van premiewoningen nu ruimer zal zijn. Het is hem bekend, dat er heel wat aanvragen opgestapeld liggen. Er zijn er die meer dan een jaar oud zijn en waarvan betrokkenen het geld al in de grond hebben gestoken. Spreker verzoekt om alles in het werk te stellen om een grotere toewijzing voor premiebouw te verkrij gen. De heer KROON zegt eveneens met toenemende zorg te hebben geluisterd naar de sombere geluiden van de voorzitter en de wethouders. Het is somberder dan hij had gedacht. Ook de consequenties ervan heeft hij beluisterd. De beide wethouders hebben zich reëel ingesteld op de feitelijke situatie. Er is weinig aan te doen. Spreker vraagt zich af of het college van burgemeester en wethouders niet op de hoogte was van het feit dat gedeputeerde staten een andere verdeelsleutel zou den gaan toepassen, met name, dat de kleine gemeenten een grotere toewijzing van woningwetwoningen zouden gaan krijgen. Het is wel vreemd dat gedeputeerde staten de gemeentebesturen niet van te voren op de hoogte hebben gesteld van de koerswijziging. Het is voor bur gemeester en wethouders en de raad toch uitermate moeilijk om op het nieuwe systeem over te stappen; Breda zou 40°/o minder krijgen. Spreker is overtuigd, dat het college van burgemeester en wethouders alles gedaan heeft, wat mogelijk is. Hij heeft allerminst kritiek op het college. Doch wat kan verder worden gedaan? Het hoofd kan toch moeilijk in de schoot worden gelegd. Zoals is gezegd zal getracht worden uit de vrije sector meer te halen. Toch vraagt spreker of het college van burgemeester en wethouders nog andere mogelijkheden ziet. De heer HULSKRAMER kan zich aansluiten bij het slot van het betoog van de heer Kroon. Hij heeft met aandacht naar de wethouders geluisterd en naar de consequenties, die het gevolg zijn van de koers wijziging. Er zijn nog twee plannen om uit te voeren, nl. de 76 Philipswoningen en de 160 woningen van^hrt Bluuwu ICciplain^Is het nu zo dat het plan van 160 woningen geen doorgang kan vinden? Al zal men dan op het plan van 76 woningen er 8 tekort komen, toch verzoekt hij met klem alles in het werk te stellen om dit plan toch doorgang te laten vinden. De heer VIS is het college van burgemeester en wethouders dankbaar, dat het zo vlug aan de raad verslag wil uitbrengen van het onderhoud met gedeputeerde staten. De raad heeft nu de gelegenheid om heet van de naald antwoord te geven. Uiteraard is niet alles in de fracties besproken kunnen worden. Er kan gesteld worden, dat de woningnood in Breda catastrofaal dreigt te worden. Het aantal woningzoekenden zal eerder stijgen dan dalen. Het is een trieste zaak. Aan het geheel heeft spreker weinig toe te voegen. Er blijkt duidelijk, dat het woningbeleid van de regering bij zondere gevolgen heeft gehad. Er is meermalen over het statistisch woningtekort gesproken. De ge meente zal dit nu in gunstige zin gaan beïnvloeden. Spreker vraagt zich af of de basisgegevens van de volkstelling 1947 wel de juiste gegevens kunnen geven. De gemeente heeft niet veel mogelijkheden om de zaak enigszins te verlichten. Het streven om meer woningen in de vrije sector te krijgen is alles zins aanbevelingswaardig, om daardoor te trachten de bouwcapaciteit te behouden. De liberalisatiegedachte van wethouder Van Boxtel zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 70