21 MAART 1961
87
14 december
1960
28f
4
januari
1961,
G.
no. 78115
11 januari
1961
20
8
februari
1961,
G.
no. 81640
11 januari
1961
19
8
februari
1961,
G.
no. 81328
11 januari
1961
24
15
februari
1961,
G.
no. 81100
11 januari
1961
18d
8
februari
1961,
G.
no. 81012
11 januari
1961
18d
8
februari
1961,
G.
no. 81013
11 januari
1961
18d
8
februari
1961,
G.
no. 81011
11 januari
1961
18c
8
februari
1961,
G.
no. 81638
11 januari
1961
18e
3
februari
1961,
G.
no. 81014
11 januari
1961
21
2
maart
1961,
G.
no. 81018
22 februari
1961
64
2
maart
1961,
G.
no. 84001
22 februari
1961
33f
2
maart
1961,
G.
no. 84002
22 februari
1961
33g
2
maart
1961,
G.
no. 84006
22 februari
1961
33j
2
maart
1961,
G.
no. 84005
22 februari
1961
33k
2
maart
1961,
G.
no. 84003
22 februari
1961
331
2
maart
1961,
G.
no. 84004
Dat. besl. b.
en w.
Agendano.
Datum besl. gedeputeerde staten:
3 februari
1961
2
maart
1961,
G.
no. 83417
3 februari
1961
2
maart
1961,
G.
no. 83544
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
Vraag:
De heer MELZER. Uit berichten in de plaatselijke pers heb ik, met
enige bevreemding vernomen dat in onze gemeente wordt overgegaan
tot oprichting, zij het op beperkte schaal, van een korps of korpsje van
verkeers-brigadiertjes.
Naar aanleiding hiervan zou ik aan uw college gaarne de volgende
vragen stellen:
1. uit welke begrotingspost worden de hieraan verbonden kosten ge
financierd?
2. geeft uw college er zich rekenschap van dat hier verantwoordelijk
heden worden gelegd op schoudertjes die deze niet kunnen en
mogen dragen?
3. is aan de ouders van de kinderen, die in opleiding zijn, om toestem
ming gevraagd en zijn deze ouders gewezen op hun verantwoorde
lijkheid o.a. mede ten aanzien van wettelijke aansprakelijkheid?
4. is door de besturen der betrokken scholen toestemming verleend voor
deelname van hun leerlingen aan de in aanhef genoemde activiteiten?
Antwoord:
1. De kosten van de verkeersbrigades aan de Graaf Hendrik III-laan
werden bestreden uit post 126b van de begroting 1960 (verkeerspro-
paganda, leermiddelen enz.). Voor de financiering van de uitbreiding
van het instituut der jeugdverkeersbrigades moge verwezen worden
naar ons voorstel no. 139/1961.
2. In haar algemeenheid kan de aan deze vraag ten grondslag liggende
stelling niet worden onderschreven. Kortheidshalve zij verwezen naar
ons hierboven genoemd voorstel met bijbehorende bijlage.
3. De ouders hebben allen een verklaring van geen bezwaar in twee
voud ingediend. Een exemplaar berust bij het hoofd van de betrokken
school, het andere bij de Commissaris van politie. Zij zijn geheel op
de hoogte van hun aansprakelijkheid en van de daartegen gesloten
verzekering.
4. Het bestuur van de Petrus- en Paulusscholen heeft deze toestemming
verleend. Bij uitbreiding van de methode van beveiliging van de