92
21 MAART 1961
inzien kwam hij tot de ontdekking, dat men bij gebruikmaking van
(4dezellde-a<^mn«TtgH--tot-eeB»-tegenggsteid-dgeb=geu kunnen konTtrffS On
danks dat, gaat spreker met het voorstel mede. Hij zou echter een vraag
willen stellen. Aan de Driesprong zijn twee scholen, waar veel kinderen
uit het Brabantpark school gaan. Zij moeten daarbij soms twee grote
wegen oversteken. Spreker acht de taak, welke daar op de jeugdverkeers-
brigadiertjes wordt gelegd, te zwaar voor één team. Hij acht daar twee
teams zeker noodzakelijk.
De VOORZITTER meent uit het gesprokene te kunnen afleiden, dat
de raad het met het voorstel eens is.
Hetgeen de heer Zijtregtop heeft gezegd van het rapport van hoofd
inspecteur Puntman kan hij wel onderstrepen. Hooggeleerde heren vin
den het heerlijk hun standpunt waar te maken. Gelukkig dat er in Ne
derland een democratie is, waarbij het bestuur zich wel kan baseren op
wetenschappelijke gegevens, doch vrijheid van handelen heeft. Overigens
is in het rapport de nodige voorzichtigheid in acht genomen.
In verband met de opmerking van de heer Melzer zegt spreker, dat hij
begrip heeft voor het juridisch probleem, dat deze heeft opgeworpen.
Het is echter interessant te lezen, dat kinderen, wat hun verantwoorde
lijkheidsgevoel betreft, hun leeftijd meestal ver vooruit zijn. De moei
lijkheid van het optreden bij verkeersovertredingen kan worden opgelost
door aanwezigheid van politie. Spreker hoopt, dat het Bredase publiek
voldoende respect voor zijn eigen kinderen zal weten op te brengen.
De raad zal hem niet euvel duiden, als hij niet ingaat op alle technische
vragen, welke hem thans gesteld zijn. Hij zal deze aan hoofdinspecteur
Puntman voorleggen en de raad van de antwoorden mededeling doen.
Hij hoopt, dat dit jeugdwerk door de jeugd en tevens voor de jeugd
vaste voet krijgt in Breda.
De heer KRAMERS zegt, dat men er van uitgaat, dat het verkeer
moet stoppen voor de brigadiertjes. Wie zal echter de overtreding con
stateren?
De VOORZITTER antwoordt, dat het niet stoppen voor een stopteken
van een jeugdverkeersbrigadiertje een overtreding is van art. 25 van
de Wegenverkeerswet, waarin is bepaald, dat men de vrijheid en veilig
heid van het verkeer niet in gevaar mag brengen. De wetgever is niet
verder gegaan. Er zit inderdaad enig risico in. Is er geen politieman
in de buurt, dan volgt er geen proces-verbaal. De praktijk lost dit echter
redelijk en praktisch op.
De heer ZIJTREGTOP vraagt, of de antwoorden op de vragen ter
visie zullen worden gelegd van de raad.
De VOORZITTER antwoordt, dat zij zullen worden behandeld, als
behorend tot de rondvraag.
De raad besluit hierna overeenkomstig het voorstel.
10. Onttrekken Leegstraat aan het openbaar verkeer.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
12. Verbetering en uitbreiding Crogtdijk 27.
De heer ZIJTREGTOP heeft geen bezwaar tegen het krediet. Hij
vraagt zich af, of de huurprijs niet aan de lage kant is. De huur bedraagt
nog geen 5°/o van de kosten.