21 MAART 1961 93 Wethouder VAN BOXTEL antwoordt, dat hier geen sprake is van een investering, die men vergelijken kan met een normale zakelijke in vestering. Er wordt naast de herstelkosten nog een pleintje gemaakt en riolering aangelegd. Bij de huuropstelling is uitgegaan van de normale kapitaalslasten met een afschrijving in 47 jaar tegen 41/&°/o 's jaars. Gezien de aard van de investering is dit niet onjuist. Overigens is de huur niet overmatig van belang. Immers de huurverhoging komt in het subsidie terug. De onderhoudslasten blijven dezelfde, ongeacht de investering. De heer ZIJTREGTOP kan zich na de toelichting door de wethouder met het voorstel verenigen, temeer daar er van verkapt subsidie geen sprake blijkt te zijn. De raad besluit hierna overeenkomstig het voorstel. 13. Bouwoverschot tehuis voor bejaarden Heuvelkwartier. De heer QUADEKKER merkt op, dat in de 5e alinea gezegd wordt, dat, indien niet direct alle zes kamers voor het personeel nodig zijn, deze nog ten dele voor huisvesting van bejaarden kunnen dienen. In de 2e alinea staat echter, dat het een bezwaar is, dat een deel van de zaal voor huisvesting van personeel moet dienen. De kamers van het personeel zijn dus goed genoeg voor de bejaarden, maar omgekeerd is dit niet het geval. Wethouder VAN BOXTEL kan deze vraag bouwtechnisch niet be antwoorden. Het is echter zo, dat, als een kamer niet geschikt is voor bejaardenhuisvesting, er geen bejaarde in behoeft te wonen. De heer QUADEKKER antwoordt, dat als dit zo is, hij met het voorstel akkoord gaat. De VOORZITTER zegt, dat er thans kamers, welke geschikt zijn voor bejaarden, bezet zijn door personeel. Er komen nu kamers bij. Zijn deze geschikt voor de huisvesting van bejaarden en is er geen peroneel, dan kunnen zij door bejaarden worden gebruikt. Hierna besluit de raad overeenkomstig het voorstel. 14. Vergoeding Kleuteronderwijswet 1960. 15. Voorschot vergoeding artikel 73 Kleuteronderwijswet 1961. 16. Vergoeding 1960 en voorschot 1961 kleuterschool Paulinastraat. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 17. Medewerking artikel 72 l.o.-wet 1920. De heer QUADEKKER vraagt naar aanleiding van de punten 4, 6 en 7, welke betrekking hebben op stormschade, diefstal enz., of de gemeente niet is verzekerd tegen deze schade. Wethouder BASTIAANSEN antwoordt ontkennend. De heer QUADEKKER vraagt, waarom deze verzekering niet is ge sloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 93