18 JANUARI 1962 101 EFFICIËNTE WONINGBOUW Het kan ook de raad bekend zijn, zo vervolgt de wethouder zijn betoog, dat Breda meerdere pogingen heeft gewaagd om voor een deel van haar woningwetwoningen in aanmerking te mogen komen voor een extra bijdrage :a 2,per week, waardoor een aantrekkelijk huurniveau zou kunnen worden bereikt voor de lagere inkomensgroepen. Wij hebben daarbij in eerste instantie gewerkt volgens het boekje „efficiënte bouwplannen" en zijn o.a. met de afdeling voor openbare werken het land ingegaan om twee van de in dat boekje opgenomen type huizen te gaan bekijken. Naar het algemeen oordeel van deze afdeling kwam daarbij de zgn. Philipswoning als de meest aantrekkelijke uit de bus. Het plan werd snel gereed gemaakt en offerte gevraagd en ver kregen: de prijs was uiteraard aan een termijn gebonden. Toewijzing van contingent liet op zich wachten met als gevolg, dat toen de toewijzing er was, de termijn waarvoor de aannemer zich had gebonden, ondertussen was verstreken. Hij bleek in zijn calculatie een fout te hebben gemaakt, waardoor de aanvankelijke prijs belangrijk diende te worden verhoogd. Ondertussen was de aanvankelijke prijs aan de vorige bouwer op diens verzoek als stichtingskosten doorgegeven. Bij het indienen van het plan bleek de nieuwe prijs van de aannemer veel hoger te liggen dan de curveprijs toeliet, zodat niet tot bouwen kon worden overgegaan. Het enige wat wij nu maar hopen is, dat niet de eerst opgegeven prijs later ten opzichte van onszelf wordt gehanteerd om vast te stellen dat onze prijs te hoog was. Zou zulks immers wel het geval zijn, dan zou daardoor het geloof in de juistheid van de curveprijzen volledig worden geschokt. Een tweede poging tot het verkrijgen van deze extra bijdrage werd door ons gewaagd zodra de mogelijkheid zich daartoe voordeed met de zgn. „Blauwe Keiwoning", een naar ons oordeel efficiënt gebouwde woning met een voor haar inhoud acceptabele huur. Ook deze tweede poging werd vanuit Den Haag afgewezen zonder verdere motivering. Als waarschijnlijk motief voor deze afwijzing heeft gegolden, dat de woning niet compact of met andere woorden niet klein genoeg was. Men kan zich afvragen, aldus spreker, indien alleen kleine wonin gen in aanmerking komen voor deze extra bijdrage of deze dan wel beantwoorden aan haar doel. Men zou geneigd zijn, indien men de lan delijke resultaten met deze efficiënte woningbouw ziet, de conclusie te trekken dat er toch blijkbaar wel iets hapert aan dit bouwen volgens het boekje. Deze landelijke resultaten zijn nl. de navolgende: Van de in 1960 voor dit doel beschikbaar gestelde 5000 extra subsidies werd slechts gebruik gemaakt voor 2347 woningen. Van de 10.000 voor 1961 beschikbaar gestelde subsidies werden er tot 1 oktober slechts 3500 toegezegd. Een op zich toch wel bedroevend resultaat gezien de grote behoefte aan woningen in de lagere huurklasse. Spreker vreest echter, dat de oorzaken van dit verschijnsel niet bij de gemeenten dienen te worden gezocht. De heer Van Bijnen heeft gevraagd of er niet meer reclame dient te worden gemaakt voor verkoop van woningwetwoningen aan particulieren en bouwverenigingen. De wethouder zegt, dat vorig jaar een circulaire is uitgegaan aan de bewoners van voor verkoop in aanmerking komende woningwetwonin gen. Het resultaat daarvan is geweest, dat er zich zeven kopers meldden, waarvan er zich later nog twee hebben teruggetrokken. Spreker meent, dat er ten deze gedaan is wat verwacht mocht wor den en dat het resultaat niet al te hoopgevend is. De bouwverenigingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 101