102 18 TANUARI 1962 krijgen nu de kans om woningwetwoningen te bouwen en het is niet on mogelijk, dat een gedeelte van het woningbezit aan de bouwverenigingen wordt overgedragen. De heer Van Bijnen heeft ook nog een opmerking gemaakt over het welstandstoezicht, dat te Breda door één man geschiedt. Deze kwestie, zegt spreker, is besproken door het college van burge meester en wethouders en dit college heeft het standpunt ingenomen, dat er geen behoefte bestaat aan een adviesorgaan. Over wat wel en wat niet mooi is kan men van persoon tot persoon van mening verschillen. Het pand van Dekkers op het Van Coothplein werd in een vroeger sta dium lelijk genoemd, terwijl het nu vrij algemeen als een aanwinst wordt beschouwd. Ten aanzien van de vraag van de heer Van Bijnen over de verwijde ring van boombeplanting deelt de wethouder mede, dat ter zake reeds een plan bij de dienst klaar ligt. RIJKSGOEDKEURINGEN Zeer onlangs is van de zijde van de WEB een publikatie verschenen met betrekking tot de bouwactiviteit in West-Brabant. Ook in het kwartaalrapport van de gemeente Breda van september 1961 werd het zelfde onderwerp aan de orde gesteld. Het heeft alle zin in deze raad aan de inhoud van deze beide rapporten ter gelegenheid van de begro tingsbehandeling enige aandacht te schenken. Deze rapporten, welke door onze eigen sociografische dienst zijn sa mengesteld wijzen nl. op het feit, dat de bouwproduktie in West-Bra bant in de gebouwensector boven de 10.000,per bouwwerk belang rijk ten achter blijft bij die van Oost-Brabant en zelfs bij die van midden-Brabant. Hetzelfde geldt ten aanzien van in uitvoering zijnde werken en nog uit te voeren werken. Enkele cijfers mogen deze ongelijkheid aantonen: prod, in 1960 per 1 januari per 1 januari in gld. per inw. 1961 in uitv. 1961 uit te zijnde werken in voeren werken gld. per inw. in gld. p. inw. Den Bosch 370 330 170 Tilburg 260 430 260 Eindhoven 350 660 400 omg. Eindhoven 400 480 280 Breda 230 270 150 Wat kan nu de verklaring zijn voor deze toch wel zeer opmerkelijke verschillen, vraagt spreker zich af. Het ligt niet aan het onvoldoende voorhanden hebben van projecten. Per 1 april waren aan plannen in geënquêteerde gemeenten in West-Brabant nl. aanwezig: in totaal voor 43.000.000,waarvoor rijksgoedkeuringen waren aangevraagd, doch nog niet verleend. Het saldo van de binnenlandse migratie bedroeg in de periode 1950—1959 voor midden-Brabant 17.6% en voor West- Brabant 5.4% van de bevolking van die gebieden per 31 december 1950. Het aantal industriële arbeidsplaatsen nam in deze periode in West- Brabant toe met 15.4%, terwijl dit in Centraal-Brabant slechts 2.7% bedroeg. Men kan dus moeilijk stellen, dat het verschil tussen West- en Mid den-Brabant veroorzaakt zou worden door een in vergelijking minder gunstige algemene economische situatie in West-Brabant. De WEB

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 102