18 JANUARI 1962
103
heeft hoogst nuttig werk verricht met het doen samenstellen van dit
rapport. Ongetwijfeld zal in WEB-verband ook wel de aandacht van
de bevoegde autoriteiten op het hier gesignaleerde verschijnsel van de
streek worden gevestigd. Wij zullen als gemeente echter zelf erop heb
ben toe te zien, dat door een onjuist toewijzingsbeleid een normale uit
groei van onze stad niet wordt belemmerd. Het stereotiepe argument
wat moet dienen om rijksgoedkeuringen op te houden nl. dat de
spanning op de arbeidsmarkt dit niet kan verdragen zou volgens
becijferingen in ditzelfde WEB-rapport eerder moeten gelden voor Oost
en Midden-Brabant dan voor West-Brabant.
Reeds voor dat dit rapport was verschenen, leefde bij het college van
burgemeester en wethouders de overtuiging, dat Breda bij dit toewijzings
beleid onvoldoende aan zijn trekken kwam. De wachttijd voor de rijks
goedkeuringen was veelal abnormaal lang, terwijl toch echt niet gesteld
kan worden dat het totaalbedrag per jaar voor verleende goedkeurin
gen in overeenstemming was met de betekenis van Breda als centrum
gemeente, dan wel dat dit tot een overspannen arbeidsmarkt in onze
gemeente zou leiden.
De cijfers over 1961, welke hierna nog zullen worden genoemd, zullen
dit duidelijk maken. Wij hebben ons dan ook beraden, aldus spreker, of
naast al datgene wat ons college tot dusver reeds had ondernomen om
toewijzingen te bekomen tot een meer aanvaardbaar totaal jaarbedrag,
er nog andere middelen worden aangewend. Overleg ter zake ook met
de hoofdingenieur-directeur in Den Bosch heeft ertoe geleid, dat ons
college opdracht heeft gegeven tot het doen samenstellen van een bouw
programma voor het lopende jaar en verder. Naast de in het investe
ringsplan opgenomen onrendabele bouwwerken zullen daarin tevens die
nen te worden vermeld alle rendabele bouwwerken, ook die, welke niet
door de gemeente, doch door particulieren worden geëntameerd.
Hierbij zal onderscheid worden gemaakt tussen bouwwerken tot en
die boven 100.000,per object. Laatstgenoemde vereisen nl. de goed
keuring van Den Haag. Eerstgenoemde kunnen door de hoofdingenieur
directeur in Den Bosch worden verleend. Het spreekt vanzelf, vervolgt
de wethouder, dat voor de samenstelling van een zodanig bouwprogram
ma de medewerking van de particulieren een eerste vereiste is. Daar de
opstelling van dit programma echter geschiedt mede met het oog op
hun belangen, nl. om tijdig zowel in Den Bosch als in Den Haag ken
baar te kunnen maken op welk totaal bouwvolume wij voor het komende
jaar moeten kunnen rekenen, vertrouwen wij erop dat deze medewerking
gaarne zal worden verleend. Dit bouwprogramma dient dan als basis
voor een gesprek met de toewijzende instanties, waarmede i.z. totale
omvang en spreiding overeenstemming moet worden nagestreefd.
Bij hun toewijzingsbeleid kunnen deze instanties dan rekening houden
met dit vooraf doorgesproken bouwprogramma. De wachttijden op de
rijksgoedkeuringen zouden daardoor eveneens kunnen worden ingekort,
omdat vooraf overeenstemming zou zijn bereikt over een bepaald aantal
volume. Als de plannen binnen dat totaalvolume blijven, zou de toewij
zing op het concrete plan niet meer zo lang behoeven te duren. Deze
procedure sluit tevens in, dat het gemeentebestuur tijdiger een totaal
beeld heeft van de in de gemeente te verwachten bouwactiviteit. Wel
zullen de particulieren, die vooraf opgeven tegen een bepaalde termijn
behoefte te hebben aan een bepaald bouwvolume, er voor dienen zorg
te dragen, dat hun uitgewerkte plannen tijdig binnenkomen. Is zulks
niet het geval, dan zullen zij daardoor veelal achteraan in de rij komen
te staan.
Om enig beeld te geven van de orde van grootte van de in 1961 aan