a
-10-
17 JANUARI 1962.
cijfer in 1960 negatief was n. 1. -16. S01
Vooral dit laatste cijfer is sprekend voor de geschapen woon- en he
werkgelegenheid in Breda. Want dit aanzienlijk vestigingsover- V£
schot duidt erop, dat onze daarop gerichte toeleg en vooral het ee
daarmede gepaard gaande huisvestingsbeleid goede vruchten heeft ik
afgeworpen. Dit geldt te meer, aangezien het aantal ons in 1961 ho
toegewezen woningwetwoningen slechts 200 bedroeg - een aantal be
dat door gedeputeerde staten was gebaseerd op het uitzonderlijk ze
laag statistisch woningtekort van onze stad. Het is duidelijk dat va
wij ons in het licht van deze door gedeputeerde staten gehanteerde Te
verdeelsleutel van het aantal woningwetwoningen bewust op de wc
huisvesting van industriële werknemers uit en buiten Breda hebben Oc
toegelegd, omdat de huisvesting van deze categorie wel een van da
de meest efficiënte middelen en mogelijkheden is om de eigen Bn
stuwende werkgelegeoheidsfunctie van onze stad daadwerkelijk te en
dienen tegen de zuigkracht van de randstad en ondanks de specta- va
culaire ontwikkeling van aangrenzende al dan niet geprivilegieerde lu
ontwikkelingskernen. We leven nu eenmaal in de wonderlijke si- er
tuatie, dat in het West-Brabantse gebied iedereen "op weg" is; Né
pendelaars zijn op weg om goed betaalde en gepremieerde bus- ha
tochten en reisuren naar de randstad Holland te maken; Hollandse pa
forensen zijn op weg naar overig Nederland, zoals dat heet, om ni.
na hun arbeid op den buiten nabij bos of heide te gaan wonen en te bo
gaan recreëren.Tezelfdertijd zijn Spanjaarden, Italianen, Ambon- Wi
nezen en Belgen op weg om ons eigen Bredaas - misschien tijdelijk, oo
misschien blijvend - tekort aan arbeidskrachten te helpen aanvul- Ee
len. Het gemeentebestuur heeft onder die omstandigheden ook ten Of
behoeve van de eigen industriële bedrijvigheid en van de verbreding Br
van het financiële draagvlak en dus van haar streekfunctie er zien ini
op toegelegd onze stedelijke ondernemingen behulpzaam te zijn zo
bij het verschaffen van huisvesting aan de eigen plaatselijke werk- na
nemers en daardoor de binding aan en aantrekkingskracht van de in
eigen stad en het eigen bedrijf te bevorderen. ko
Ik zou willen herhalen, dat dit vestigingsoverschot dan ook niet uit on
de lucht is komen vallen. Het is de resultante van gerichte inspan- Be
ningen en beleidslijnen. 19
Ook onderschrijf ik de mening van het ETI-rapport, dat zegt, dat ve
in Breda de aandacht vooral moet uitgaan naar produktierichtin- ve
gen, waarvan het produktieproces gecompliceerd is en hoge eisen Vc
stelt, waarin de betaling van hogere lonen mogelijk is en die daêr- in<
door een zekere binding van de werknemers aan het bedrijf en de Eti
stad medebrengen. "T
In dit licht verdient ook de gemeenteclassificatie, die nog altijd
bestaat, onze bijzondere aandacht. Sinds 1927, dus sinds 35 jaar, -
is deze zaak nu hangende en nog steeds niet opgelost. Welke wij- de
zigingen de richtlijnen op dit stuk al die jaren ook ondergingen, na
men slaagde er in Breda, thans de 12e stad van Nederland naar ge:
grootte en structuur, de haar van nature toekomende plaats in de ga
temeenteclassificatie te onthouden. Want Breda is nog steeds 2e Di
las-gemeente wat de onderwijzers, de belastingambtenaren en eri
het rijkspersoneel betreft, 3e klas-gemeente wat de C.A.O. 's be- tui
treft en le k.las-gemeente wat 75%van het zittend gemeenteper- Ze
sta