116 18 TANUARI 1962
Wethouder Bastiaensen heeft medegedeeld, dat de eventueel nodige I
bezuinigingen niet in de onderwijssector zullen geschieden. Dit heeft bes
sprekers fractie zeer verheugd. Hij hoopt, dat het recreatie-oord „Wolfs- beh
laar" binnen redelijke termijn tot uitvoering kan komen. woi
De fractie van de P.v.d.A. meent haar ernstige bezorgdheid te moeten I!
uitspreken over de scholenbouw. Weliswaar heeft de wethouder gezegd, voc
dat de voorraad schoollokalen voldoende is, doch dat de situering van sch
deze lokalen niet juist is, zodat er in de nieuwe stadswijken toch een er
tekort aan lokalen is. Als een ander probleem noemt spreker, de situatie zal
op het gebied van de gymnastieklokalen. Terwijl ook het tekort aan j+« gen
kleuterscholen moet worden genoemd, waarvoor in 1962 blijkens het bur
investeringsplan slechts geringe mogelijkheden aanwezig zijn. vol
Spreker merkt op, dat wethouder Bastiaensen geen antwoord gegeven bek
heeft op zijn vraag over het toepassen van systeembouw voor gymnastiek- zal
lokalen. naa
Wethouder Van Boxtel is van oordeel—dat de heer Van Bijnen del E
meest nuchtere opmerking iheeftl gemaakt over de classificatie van de sch:
gemeente Breda. De wethouder heeft gezegd, dat hij niet optimistisch per:
kan zijn, omdat ook het bedrijfsleven in deze kwestie een grote rol speelt. |-j. dat
Spreker vraagt of burgemeester en wethouders zich willen inspannen om
ook het bedrijfsleven voor de gemeenteclassificatie te interesseren. Spreker stat
is bovendien van mening, dat het gehele gemeente-classificatie-systeem t mee
uit de tijd is geraakt door de geweldige mogelijkheden op het gebied van E
vervoer. Daarom moet deze classificatie worden afgeschaft of minstens S" niet
op de helling worden gezet. ft- is,
Dat spreker het woningbouwprobleem even in het landelijk vlak heeft A frac
betrokken was noodzakelijk om de gevolgen voor Breda op de voorgrond is e
te stellen. Zo dit niet landelijk werd geregeld, dan had hij burgemeester 7
en wethouders in ernstige mate verantwoordelijk moeten stellen. gro<
Ook wethouder Vermeulen ziet de oplossing van het woningnood- 0 wee
probleem voor Breda slechts op landelijk niveau. Indien het contingent zijn
woningen voor 1962 voor Breda niet wordt vergroot, dan zijn er voor sam
Breda geen mogelijkheden. Wanneer de gemeenteraad iets op dit gebied
wil doen, zal hij een motie dienen aan te nemen, waarin tegen de toe-
wijzing van slechts 200 woningwetwoningen wordt geprotesteerd. Deze Qpn
motie ware aan de Tweede Kamer-fracties ter kennisneming toe te wa(-
zenden. Spreker deelt mede bij de behandeling van het desbetreffende j jjeH
hoofdstuk van de gemeentebegroting hierop terug te zullen komen. Spre
Grote waardering heeft hij voor de activiteiten van burgemeester en j,
wethouders op dit gebied. Hij denkt hierbij aan het rapport, waaruit de sa;]]
achterstelling van West-Brabant blijkt in verband met de rijksgoedkeuring sch(
op bouwprojecten. oor(
Het bouwprogramma voor de komende jaren heeft zijn volledige 0 voo
instemming. Deze planmatigheid kan voor Breda van grote betekenis ven
zijn. Met voldoening heeft hij kennis genomen van de mededeling van aan!
de wethouder over de afvoerleiding naar Moerdijk. rr spre
De verhoging van huurprijzen van de woningwetwoningen, als gevolg E
van de stijgende grondkosten, zegt spreker te kunnen accepteren. van
Wethouder Meijs heeft, sprekende over het investeringsplan, mede- aan
gedeeld, dat verschuivingen altijd mogelijk zullen zijn. Spreker heeft dien- wor
aangaande twee wensen. Allereerst zou hij de bouw van een instructie- de
zwembassin willen verschuiven naar een vroeger stadium. Bovendien merkt wor
hg op, dat de sportvoorzieningen wel heel erg naar het einde zijn - wor
geschoven. Indien er gewacht wordt tot 1969 met uitbreiding van de van
sportvoorzieningen, zal op dat moment wederom een grote achterstand 0 E
zijn opgelopen. Spreker vraagt aan burgemeester en wethouders hiervoor niet
hun volledige en voortdurende aandacht. delii