18 JANUARI 1962 129 lijke of landelijke subsidiëring van de verenigingen, die militaire tehuizen exploiteren. De heer Van Houten heeft gevraagd of de wetenschappelijke bemanning van de W.E.B. voldoende is te achten. Spreker wijst erop, dat de W.E.B. is opgericht door de vijf grote gemeenten in West-Brabant. Deze ge meenten hebben derhalve al wetenschappelijke ambtenaren in dienst, die voor de W.E.B. kunnen werken. Als voorbeeld noemt hij het verschenen rapport van Drs. Heidens uit Breda. Bovendien wordt er door de W.E.B. met het E.T.I. samengewerkt, zodat naar zijn oordeel de weten schappelijke bemanning voldoende is. Om met behulp van het Industriële Garantie Fonds de grondprijzen te drukken zal door hem worden bekeken. Spreker heeft echter liever een bijdrage a fonds perdu van het ministerie van economische zaken. Ten aanzien van het uit de raad gekomen verzoek om meer raads vergaderingen te houden, merkt spreker op, dat het houden van meer vergaderingen tot gevolg heeft, dat er meer wordt gesproken. En meer spreken eist meer papier. Hij is van oordeel, dat men zich hierover niet behoeft te schamen, maar hij vraagt wel medelijden met de ambtenaren, die door de invoering van de vijfdaagse werkweek toch al overbelast zijn. Door spreker is een schema aan de raadsleden toegezonden van de in dit jaar te houden raadsvergaderingen. Hij meent zich voorlopig hieraan te moeten houden en ofschoon de agenda's wel eens lang zijn, meent hij, dat deze toch altijd nog binnen een redelijke tijd zijn afgewerkt. De heer Van Houten heeft zich afgevraagd of in het partij-programma van de K.V.P. als van de P.v.d.A. de openbare scholen staan. Hij wil de heer Van Houten mededelen, dat de openbare scholen staan in het programma van burgemeester en wethouders. Het is hem gebleken, dat de heer Minderhoud zich heeft laten over tuigen, dat de bouw van een nieuw stadhuis voorrang moet hebben boven de bouw van een schouwburg. Spreker vindt dit prettig. Niet alleen spreker, doch ook de justitie is van oordeel, dat er rigoureus tegen de verkeersovertreders moet worden opgetreden. Hij is van mening, dat de juiste wijze van optreden gevonden is. Het is niet juist, dat iedereen, die zijn hand niet uitsteekt, een proces-verbaal moet krijgen. Er moet ook nog zoiets als beleid overblijven. De straatagent is inderdaad grotendeels verdwenen. Doch daarvoor in de plaats is de wijkagent gekomen. Deze agent is verbonden aan een wijk, die daar de vertrouwde figuur is geworden en die in die wijk met de gang van zaken volkomen op de hoogte is. Met het parkeren van auto's, dwars op het trottoir, heeft misschien de parkeerder de bedoeling gehad het veilig verkeer te bevorderen. Spreker weet niet, welke auto dit is, die de heer Minderhoud bedoelt, doch hij verzoekt hem met klachten bij hem te komen. Hij kan echter niet garanderen of de justitie tot vervolging zal overgaan. Hij gelooft niet, dat het de bedoeling van de heer Quadekker is, dat op alle door hem gestelde vragen thans reeds wordt ingegaan. Met de opmerking van de heer Quadekker over de „mehr-zweck- Gebaüde" gaat hij akkoord. Inderdaad kan men niet doorgaan met het investeren van bedragen in dit oude gemeentehuis. Inzake de kwestie van de brand bij V. en D. neemt hij de goede trouw van de heer Quadekker aan. Hij meende echter, niet wetende dat de heer Quadekker tijdens de brand in Frankrijk verbleef, dat hij wilde suggereren, dat de politie en de brandweer gefaald hadden. Gisterenavond moest de helft van de op de publieke tribune aan wezigen blijven staan. Hij is van oordeel, dat inderdaad iets gedaan moet worden, teneinde daar meer zitgelegenheid te krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 129