136
18 TANUARI 1962
dat in de nota niet alleen de Zuid-Nederlandse gemeenten werden opge
nomen, doch een uitgebreider aantal gemeenten in geheel Nederland.
VOLGNUMMER 18
Mevrouw VAN MIERLO zegt deze vraag in het centraal rapport te
hebben gesteld. Zij dankt burgemeester en wethouders voor de toelich
ting, die haar al voor het grootste deel bevredigd heeft, nu zij heeft
kunnen lezen, dat ook de resterende 90% van de toestellen aan de huur
ders ter overname worden aangeboden. Toch zou zij burgemeester en
wethouders de volgende mogelijkheid in overweging willen geven. Indien
voor deze overname niet genoeg belangstelling bestaat, is het dan niet
mogelijk de overname na een bepaald aantal jaren, b.v. vijf, aan de
huurders te verplichten, tegen de op die tijd geldende waarde, die natuur
lijk vanwege de afschrijvingen veel lager is.
Vervolgens vraagt zij of deze overname, na b.v. 5 jaar of een andere
termijn, in de nieuwbouwwoningen voor de huurders niet verplicht
wordt gesteld? Het is haars inziens het enige middel om niet elk jaar
het areaal van deze toestellen te zien groeien met alle onderhoudskosten
hieraan verbonden.
De heer SPANJER wenst gaarne ingelicht te worden over het terug
lopen van de winst op het water.
Wethouder MEIJS antwoordt de heer Spanjer, dat er geen vast bedrag
voor de winst op water is vastgesteld. Volgens voorschriften van
hogerhand zijn de gemeenten verplicht jaarlijks een minimale winst op
het gas-, het water- en het elektriciteitsbedrijf te behalen van ƒ6,50 per
inwoner. Een verdeling voor deze winst is niet gegeven.
Burgemeester en wethouders streven er altijd naar de winst op het
waterleidingbedrijf zo minimaal mogelijk te houden in verband met
de betekenis van het water voor de volksgezondheid.
Er bestaat geen bezwaar de geisers aan de huurders van de gemeente
woningen te verkopen. Het is spreker bekend, dat er momenteel pogingen
ondernomen worden om tot verkoop te geraken.
Hierna wordt de begroting van het gas-, het water- en het elektriciteits
bedrijf vastgesteld.
GEMEENTELIJK VERVOERBEDRIJF
De heer MENDES zegt, dat de mededeling van burgemeester en wet
houders onder „algemeen" van het vervoerbedrijf in het antwoord op
het centraal rapport, dat de gemeente Breda niet is aangesloten bij de
nationale actie „opgeruimd staat netjes", hem heeft verrast. Hij was
van mening, dat Breda wèl was aangesloten en hij leidde dat af van de
geplaatste papiermandjes in de stad en van de affiches op de wagens
van het gemeentelijk vervoerbedrijf.
Spreker zou gaarne worden ingelicht waarom Breda niet bij de lande
lijke actie is aangesloten.
Dat er maatregelen genomen worden tegen het euvel van afvalstoffen
verzamelend personeel, juicht hij toe.
Burgemeester en wethouders delen mede in hun antwoord op het
centraal rapport, dat regelmatig de particuliere vuilnisbelten worden
opgeruimd. Spreker deelt mede, dat hij nog diverse van deze belten heeft
ontdekt en dat hij gaarne bereid is aan burgemeester en wethouders
opgave te doen.
Vervolgens wilde hij de politie een goed arbeidsterrein aanwijzen om