142 18 TANUARI 1962 Hierna wordt de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf A vastgesteld. WONINGBEDRIJF B Mevrouw VAN MIERLO zegt: Mijnheer de voorzitter, Na het goed gedocumenteerde betoog van wethouder Vermeulen kun nen van m ij n kant vele woorden wegvallen, die ik anders gesproken zou hebben. Van de laatste ministeriële bepalingen en de daaruit ressor terende mogelijkheden is de wethouder zó goed op de hoogte, dat U dan maar een deel van mijn betoog als niet gesproken moet achten, omdat de wethouder ze al vóór-beantwoord heeft. Het moge U misschien echter een oordeel geven van mijn studie, omtrent de woningbouw en de eerlijke wil, behoefte en medewerking om zo spoedig mogelijk aan deze trieste woningsituatie een einde te maken. Wij zijn er als raadsleden van overtuigd, dat de krotopruiming de volle aandacht heeft van uw college, zoals U ons in uw antwoord mededeelt. Dat U daarbij rekening houdt overigens wel moét houden met de ter beschikking komende vervangende woningen, getuigt van een wijs beleid, waarvoor wij U dankbaar zijn. De stimulans van krotopruiming wordt nog groter m.i., nu enkele maanden geleden het rijk de maatregel genomen heeft per opgeruimde krotwoning boven de andere premies nog 600,extra te verschaf fen om door deze som voorzieningen aan te wenden in het nieuw te betrekken huis, verhuiskosten en dergelijke, dit alles te bestrijden om de overgang gemakkelijk te maken. Kan i.v.m. de krotopruiming medegedeeld worden of de 11.000 woningen voor onze provincie, resp. 4100 woning wetwoningen, 3900 premiewoningen en 1600 ongesubsidieerde woningen, reeds over de steden verdeeld zijn en hoeveel onze stad er van elke cate gorie te verwachten heeft? De bouw van woningen in de ongesubsidieerde sector zal een illusie zijn, daar de kosten de 10.000,niet te boven mogen gaan, terwijl mocht het aantal premiewoningen niet gerealiseerd kunnen worden de minister de toezegging heeft gedaan (motie- Andriessen) om het niet mogelijk geweest zijnde te bouwen getal in de premiesector gelukkig naar de woningwetbouw over te hevelen. Heeft uw college zich i.v.m. de noodzakelijke nieuwbouw om de krotten spoedig te doen verdwijnen reeds georiënteerd omtrent de circulaire van de minis ter van volkshuisvesting van 10 november j.l„ die aan alle colleges van burgemeester en wethouders verzonden is en waarin het luidt: „dat men zich oriënteren moet op systemen, waarvan niet alleen gebleken is, maar zelfs waarvan a a n n e m e 1 ij k is, dat zij tot een ruime arbeids besparing zullen leiden en dus vlugger opgeleverd kunnen worden". Komen wij in aanmerking voor een extra contingent? Ook zou ik gaarne van uw college vernemen of de saneringsinstanties betreffende krotontruiming nauw overleg plegen met het ministerie van maatschappelijk werk. Op het congres van het Kath. Instituut voor Volkshuisvesting te Maastricht zijn hieromtrent behartenswaardige dingen gezegd, o.a. voor sanering krotopruiming zijn drie dingen nodig: kennis, liefde en bovenal de wil tot samenwerken van saneringsinstanties met het ministerie van maatschappelijk werk. Het gaat hier niet alléén om nieuwe huizen voor krotten, doch om de mensen, die er steeds in zullen komen wonen. Het is naast de bereidheid van uw college tot samenwerking óók een opgave van het bijzonder maatschappelijk werk, iedereen, die aan het krotopruimingsvraagstuk en het betrekken van nieuwe huizen moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 142