148 19 JANUARI 1962 wingsdichtheid in het Heuvelkwartier is aanzienlijk dichter dan in Boeimeer en het Brabantpark. De heer RATTINK is het volledig eens met het antwoord op het centraal rapport op blz. 20, inzake de groenvoorziening in nieuwe wij ken. Er staat ook vermeld dat de opzet van veel groenstroken is om deze naar behoefte gedeeltelijk te vervangen t.b.v. parkeergelegenheid. Spreker zou niet graag zien, dat de groenstroken voor de aanleg van parkeergelegenheid zouden moeten verdwijnen De heer VAN WERKHOOVEN dankt de dienst van gemeentebeplan tingen voor het fraaie onderhoud van de gemeenteplantsoenen. Hij heeft toch nog een bemerking: op de vluchtheuvels in de stad groeit weelderig onkruid. De veegmachines kunnen de hoeken niet bewerken, zodat daar vooral veel „groen" voorkomt. Mogelijk is een speciale man nodig om de vluchtheuvels te onderhouden. Mevrouw VAN MIERLO vestigt nogmaals de aandacht op haar des tijds gedaan verzoek tot het inmetselen van bloembakken aan de balkons van te bouwen flats. Dit zal de flats een veel vriendelijker aanzicht doen geven. De VOORZITTER zegt, dat de heer Mendes de raad via Amsterdam naar Rome heeft geleid. We leven nu eenmaal hier in een ander land en de vergelijking van Rome met Breda is nu eenmaal onmogelijk. Breda heeft een uitermate prachtige opzet van zijn beplantingen tussen de woningen. Er is gesteld, dat deze te eenzijdig zou zijn met de opmerking, dat het ook op een andere manier zou kunnen gebeuren. Het is volgens spreker zo, dat in principe de beslissing bij de stedebouwkundige dienst ligt en niet bij de directeur van beplantingen. De groenstroken horen functioneel thuis bij de ruimtelijke opzet. Voor de directeur van beplan tingen kan een bepaalde opzet minder aantrekkelijk zijn, doch dan moet er een samenspel met de stedebouwkundige plaats vinden. De bruine en witte bonen zitten in de aard van de materie: de ene behandelt het zakelijk element, de ander het romantische. De spanning is er dus. De bruine en witte bonen zullen dus wel eens grijze bonen worden. Van eenzijdigheid kan in Breda zeker geen sprake zijn. Het geheel is door de heer Mendes wel tamelijk subjectief voorgesteld. Het is moeilijk om hier het laatste woord over te zeggen. Indien er een uitbreidingsplan op tafel komt, wordt dit ook in de groencommissie bekeken. Er is te Breda een samenspel, waardoor eenzijdigheid zeker wordt vermeden. Wethouder VERMEULEN dankt voor de lof, die de dienst der be plantingen is toegezwaaid. De stad doet inderdaad prettig aan. De hoe veelheid groen is een moeilijke kwestie, zowel voor de stedebouwkundige dienst als voor de dienst van beplantingen. De mogelijkheid voor de raad om bij de uitbreidingsplannen reeds over de groenvoorziening te praten, is er eigenlijk niet. In de toekomst zal de afdeling voor de be plantingen meer gelegenheid krijgen om erover te discussiëren dan in het verleden. Vroeger zaten de kosten van de groenvoorzieningen in de kosten voor het bouwrijp maken van de grond. Er zal getracht worden in in de toekomst voor de groenvoorzieningen afzonderlijke kredieten aarr de raad te vragen, zodat de raad vooraf zijn mening kenbaar kan maken. De diefstallen in de groenstroken en plantsoenen nemen inderdaad toe; dit is jammer. Er is weinig begrip bij de burgerij; het is te hopen, dat dit zal verminderen. Het is waar, dat de in g.s.w.-verband aangelegde sportterreinen goed zijn; de arbeidssituatie laat echter geen aanleg in g.s.w.-verband meer toe.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 148