152 19 JANUARI 1962 de rijweg lopen en niet altijd recht oversteken, terwijl met meer dan 2 personen naast elkaar fietsen nog veelvuldig voorkomt. Tal van jaren heeft spreker kunnen constateren, dat fietsers en bromfietsers des mor gens zonder licht rijden, ook al is het volslagen donker; men denkt alleen maar 's avonds licht aan te moeten hebben. Des morgens zag men ook nooit de politie. Er is thans een verandering te constateren. Onlangs heeft hij op de Haagweg des morgens te 7.45 uur controle van de politie gezien. Voorts rijden de bromfietsers met een te groot lawaai door de stad en geven ook geen richting aan. Ook het stappen uit de auto's midden op de rijweg komt veelvuldig voor, alsmede met verblindend licht in de stad rijden. De heer VAN DER ZWAN zegt: Mijnheer de voorzitter. In november 1960 werd door uw college een voorstel ingediend dat betrekking had op het verlenen van een tapvergunning boven het maximum ten behoeve van het restaurant op het manifestatieterrein „Nü.... Breda 1961". In het voorstel stond onder meer, dat een vergunning voor de verkoop van sterke drank voor het restaurant onmisbaar werd geacht, al werd aan genomen, dat het gebruik van sterke drank van zeer bijkomstige be tekenis zou zijn. Bij de bespreking van dit voorstel heb ik voorgesteld de gevraagde ver gunning voor sterke drank te wijzigen in een vergunning voor zwak- alcoholische dranken. Onder meer door de voorzitter werd toen echter gesteld, dat tengevolge van misbruik van zwak-alcoholische dranken meer verkeersongevallen voorkomen dan tengevolge van sterke drank. De voorzitter stelde nadrukkelijk, dat het de taak van het gemeentebestuur is alcoholmisbruik te bestrijden; het was zeker niet de bedoeling van het college het drankmisbruik te bevorderen. Als men een bepaalde mani festatie opzet, dan dient men echter de bezoekers in de gelegenheid te stellen een borreltje te drinken. Zou deze gelegenheid niet bestaan, dan zou Breda een al te puriteinse stad worden. Mijnheer de voorzitter. Uit de kranten heb ik vernomen, dat het ge meentebestuur haar medewerking heeft verleend bij het organiseren van bierfeesten. Breda is van Oranjestad tot Bierstad van Nederland gedegra deerd. In het antwoord op het centraal rapport wordt gesteld, dat de mede werking van het gemeentebestuur aan de bierfeesten volkomen verant woord wordt geacht. Wel hebben zich in de eerste dagen enige orde verstoringen voorgedaan maar die werden door de politie snel geredres seerd. Ik vraag mij af, mijnheer de voorzitter, of het juist is om op een tentoonstellingsterrein, gewijd aan de vrijetijdsbesteding, bierfeesten te organiseren. Er is in onze geschiedenis een tijd geweest, dat het enige vertier, dat een groot deel van de Nederlandse arbeiders in haar toen wel heel schaarse vrije tijd had, het drinken van bier was. Deze tijd ligt gelukkig achter ons en ik hoop, dat het nooit meer zo ver zal komen, dat bier drinken op grote schaal een vrijetijdsbesteding zal worden. De gevaren van drankmisbruik zijn aanmerkelijk groter dan vroeger. Vroeger kon iemand zichzelf of zijn gezin door drankmisbruik ten gronde richten. Thans bedreigt hij door de toenemende intensiteit van het ver keer ook anderen. 2/3 van de misdrijven tegen de wegenverkeerswet zijn te wijten aan het rijden onder invloed, ik zal me er niet over op winden, mijnheer de voorzitter, als een aantal bezoekers van het bier festijn elkaar flink afdrogen. Veel belangrijker vind ik het gedrag van deze heren of dames in het verkeer na afloop van het feest. Vele tien duizenden guldens per jaar worden in Breda uitgegeven ten behoeve van de verkeersveiligheid en zowel uw college als de raad is het bittere ernst met de vraagstukken, die door de toenemende intensiteit van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 152