156
19 JANUARI 1962
zeker niet mogelijk. Politie te paard zou ook nog kunnen, doch daarvoor
zijn de financiën nog ontoereikend.
Ten aanzien van de wijkagenten deelt spreker mede, dat deze nog in
verschillende wijken moeten komen. Er zal voor gezorgd worden, dat
het vertrouwde figuren worden, terwijl er te zijner tijd voldoende be
kendheid aan zal worden gegeven.
De gevaarlijke kruispunten nabij Tramsingel en Academiesingel hebben
in de verkeerscommissie de volle aandacht.
Uiteraard heeft het politiecorps een opvoedende taak; men denkt dan
op de allereerste plaats aan het waarschuwingssysteem. Praktijk is even
wel, dat allerlei soorten weggebruikers in de loop der tijd aan de beurt
komen om opgevoed te worden; de opvoeding geschiedt derhalve ge
leidelijk. Dan zijn het de bromfietsen, dan weer de voetgangers op de
zebra. Spreker is verheugd, dat het politiecorps over het algemeen wordt
gewaardeerd; het corps treedt op stijlvolle en prettige wijze op. Het is
toch zo, dat het optreden van de politie altijd conflictstof in zich heeft.
Dat de heer Mendes 's morgens vroeg geen agenten ziet, bevreemdt
spreker wel, omdat het corps in 'n twee- of drieploegenstelsel werkt.
Hij kan wel de verzekering geven, dat de politie de heer Mendes wel
ziet.
De heer Van der Zwan heeft kritiek uitgeoefend op de bierfeesten
tijdens de tentoonstelling „Nü.Breda 1961" in verband met enige
minder prettige gebeurtenissen, die hebben plaats gevonden, alsmede op
het begruik van bier in het algemeen. Ook vraagt hij zich af waarom
men Breda Oranjestad als Bierstad kan degraderen. Volgens spreker
moet men dit toch niet al te zwaar nemen. Eenzelfde betoog zou men
kunnen houden ten aanzien van de carnaval; ook daarbij vloeit het bier,
terwijl men er ook wel buitensporigheden bij aantreft. Dit soort tegen
stellingen leeft echter niet bij de Bredase bevolking; men accepteert dit
ook niet. Vroeger was er inderdaad sprake van drankmisbruik en open
bare dronkenschap, thans wordt thuis bier gedronken bij de televisie.
Het begrip Breda Bierstad moeten we evenwichtig aanvaarden en
beleven, en de meerderheid van de stad staat hier ongedwongen tegen
over. We leven niet meer in het Genève van Calvijn, maar in Breda van
nu 1962.
Spreker zegt verheugd te zijn met de mededeling van de heer Van
Caulil, dat men met de wijkagent in Princenhage gelukkig is. Ten aan
zien van de opmerking inzake de waarschuwing bij wateroverlast merkt
spreker op, dat in eerste instantie de politie moet worden gewaarschuwd.
Er zijn interne richtlijnen opgebouwd, hoe de diensten moeten handelen
bij grote ongelukken en rampen. Bij wateroverlast zal de directeur van
openbare werken de leiding hebben, terwijl b.v. bij een spoorwegongeluk
de medische dienst de voornaamste taak heeft.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Hulskramer deelt hij
mede, dat het verdubbelen van de aantallen processen-verbaal niet aan
trekkelijk is. Met de gang van zaken mogen we tevreden zijn. Ook de
justitie sluit zich geheel bij de gang van zaken aan.
Inderdaad is er een tekort bij de kinderpolitie en er is weinig tijd om
preventief te werken. Het inschakelen van stagiaires is een bekende weg;
dit gebeurt ook regelmatig. Er zijn steeds vele jeugdzaken aanhangig.
Men moet echter oppassen om niet alles „jeugd" te noemen; bromfietsers
b.v. zijn niet altijd jeugdigen.
De heer Van Werkhooven is goed thuis in deze materie; hij heeft
prettige geluiden laten horen met betrekking tot het optreden van de
politie en de politie auto-rij-examens. Spreker hecht veel waarde aan
diens opmerkingen. De metercontrole voor bromfietsen is er inderdaad
nog niet te Breda; daarvoor dient dan ook de motoragent, die de brom-