19 TANUARI 1962
163
een bad. Bestudeerd zal moeten worden wat de beste oplossing is. Ook
de keuze van de realisatie van de verschillende plannen moet nog wor
den gedaan.
Het sportfondsenbad is een zelfstandige inrichting; er wordt momen
teel onderzocht hoe een en ander gefinancierd zal moeten worden.
De heer VIS blijft met de wethouder verschillen inzake de mogelijk
heden om de resultaten van het schoolzwemmen verhoogd te krijgen.
De heer BROEDERS zegt geen antwoord te hebben ontvangen op
zijn vraag met betrekking tot de mogelijkheid voor het school- en sport-
zwemmen bij de uitbreiding van het sportfondsenbad.
Wethouder BASTIAENSEN kan terzake nog geen mededeling doen.
Er wordt zowel gedacht aan een schoolinstructiebad als aan een bad
voor sportzwemmen. Hij verzoekt de plannen af te wachten.
VOLGNUMMER 196x
De heer VAN CAULIL zegt, dat onder volgnummer 196x geen sub
sidie is geraamd voor de plaatselijke E.H.B.O.-verenigingen. Voor de
oefeningen is materiaal nodig; door de jeugd wordt veel geoefend, vooral
in Princenhage. Het is een nuttige vrijetijdsbesteding. Hij betreurt het,
dat alleen aan een overkoepelend orgaan subsidie zal worden verstrekt
en niet rechtstreeks aan een afdeling.
Wethouder VAN BOXTEL antwoordt, dat inderdaad een subsidiever
zoek per wijk niet zal worden ingewilligd. Breda is als het ware uit het
pakje gegroeid om per wijk te subsidiëren. Dit moet in zijn geheel wor
den bezien. Spreker heeft niet de indruk, dat bij een totale subsidiëring
het E.H.B.O.-werk in de wijk behoeft te verzwakken. De verschillende
plaatselijke afdelingen zullen elkaar in deze moeten vinden. Zowel de
E.H.B.O. zelf als de gemeenschap zullen bij een samenwerken van de
afdelingen er wel bij varen. Het is hem bekend, dat de E.H.B.O. in
Breda uiterst goed werk verricht. Door de huidige gang van zaken
wordt de gemeenschap in Breda geen dienst bewezen.
De heer VAN CAULIL merkt op, dat het er hem om gaat, dat hele
maal geen bedrag voor subsidie wordt geraamd voor dit mooie werk.
Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat ook burgemeester en wethouders
het werk van de E.H.B.O. mooi vinden. Het E.H.B.O.-werk mag dan
ook rekenen op de welwillende belangstelling van het gemeentebestuur;
echter mag naar zijn mening van de plaatselijke E.H.B.O.-verban
den dan verwacht worden, dat ook zij open oog hebben voor de struc
turele wijzigingen de zich gedurende de laatste jaren op alle terreinen
hebben voltrokken. Men kan in een stad als Breda toch maar kwalijk
genoegen blijven nemen met 4 geheel op zich zelf staande E.H.B.O.-
afdelingen, die elk overkoepelingsverband missen en ieder afzonderlijk
bij het gemeentebestuur om subsidie komen aankloppen. Zodra de 4
afdelingen tesamen met het gemeentebestuur overleg willen plegen,
zullen wij hen gaarne ontvangen en behulpzaam zijn naar de mate van
het mogelijke en nodige.
Hierna wordt het hoofdstuk volksgezondheid vastgesteld.
HOOFDSTUK V. VOLKSHUISVESTING.
ALGEMEEN.
Mevrouw DE BONTE zegt: Ondanks het trieste geluid, dat we dezer