172
19 TANUARI 1962
efficiënte tijdsbesteding zou betekenen; daarnaast is een wethouder ook
aan tijd gebonden. Spreker geeft er de voorkeur aan om alle zaken,
voor zoveel mogelijk, schriftelijk af te doen. Uitsluitend die gevallen,
die niet schriftelijk kunnen worden afgewerkt, komen voor een onder
houd in aanmerking.
Wethouder VERMEULEN zegt, dat wethouder Van Boxtel het huis
vestingsbeleid uiteen heeft gezet; het bouwbeleid is hierop afgestemd.
Getracht wordt om een zo groot mogelijk contingent te bouwen en om
dit contingent zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Hij gelooft daarom,
dat het niet verantwoord is om zodanig te bouwen, dat de alleenstaan
den aan hun trekken zouden komen. Dit zou een ontoelaatbare zaak
zijn en in strijd met een doelmatig woningbeleid. Dat neemt niet weg,
dat spreker wel begrip heeft voor de moeilijkheden, doch hij verzoekt
het beleid te zien in het licht van de huidige omstandigheden. Er zijn
in deze wel initiatieven geweest in de vorm van de oprichting van een
tehuis voor alleenstaanden; dit project is niet doorgegaan, omdat het
volgens financiële deskundigen niet rendabel zou zijn te maken. Per
soonlijk is spreker deze mening niet toegedaan.
Het heeft volgens spreker weinig zin om in te gaan op de opmerking
van de heer Spanjer inzake het hejaardencomplex in Prinsenbeek. Het
is de raad bekend, dat de gemeente zich voor de bouw van een bejaar
dencomplex heeft teruggetrokken. Verschillende woningbouwverenigingen
houden zich thans met dit probleem bezig. Met name overwoog de
bouwvereniging St. Laurentius de bouw van een klein aantal bejaarden
woningen. De heer Van Thoor heeft hem echter verteld, dat vanwege
de zeer hoge kosten ervan wordt afgezien; de huren van deze woningen
kwamen op 32,per week per woning, centrale verwarming inbe
grepen. Spreker hoopt, dat de mogelijkheden in de toekomst groter
zullen zijn; thans zit het er echter niet in.
De VOORZITTER merkt op, dat de raad destijds heeft gezegd, dat de
gemeente moet industrialiseren; dat brengt consequenties met zich mede.
Als de gemeente niet met de industrie had samengewerkt, zouden de
woningen er niet hebben gestaan. Spreker stelt duidelijk, dat deze wo
ningen niet bestemd zijn voor woningzoekenden, maar voor de werk
nemers van de desbetreffende industrie.
Mevrouw DE BONTE zegt groot vertrouwen te hebben in wethouder
Van Boxtel en de directeur van sociale zaken. Dit neemt echter niet weg,
dat men niet op onderdelen met hem van mening zou kunnen verschil
len. Het is toch zo, dat de alleenstaanden volkomen in het Bredase huis
vestingsbeleid zijn uitgeschakeld. De gemeenschap heeft ook ten aanzien
van hen, zoals verpleegsters, onderwijzeressen en maatschappelijke werk'-
sters, verplichtingen. Het moet ons toch van het hart gaan dat deze
mensen ongelukkig moeten leven en wonen.
De VOORZITTER vraagt zich af of dit wel ongelukkig is. Studenten
wonen toch ook alleen op een zolderkamertje.
Mevrouw DE BONTE zegt. dat de hierbedoelde alleenstaanden toch
meestal afhangen van de willekeur van de hoofdbewoner. Het gaat erom.
dat zij zich in kleine dingen soms veel moeten ontzeggen, bij voorbeeld
dat eerst in november de kachel aan mag, of dat ze na 10 uur dit of
dat niet meer mogen doen. Waar het om gaat is, dat ook deze mensen
rechten hebben. Het is een onrecht als deze mensen volkomen uitge
schakeld worden. Uiteraard zal ook bij de verdeling van woonruimte