19 JANUARI 1962
179
Wethouder MEIJS heeft gemeend juist de straatbelasting doch
herstelt, dat hij bedoelt de kosten van straataanleg in nieuwe wijken
te noemen om verwarring in deze te voorkomen. Bij deze baatbelasting
gaat het om een latere completering van bestaande wijken. Een andere
mogelijkheid van een redelijk aandeel in de kosten van deze straataanleg
is er niet; in de nieuwe wijken kan dit nog wel gebeuren via de grond
prijs.
Spreker blijft bij zijn opvatting dat de situatie elders dezelfde is als in
Breda. Bij nieuwe hoekpercelen is er een heffing naar van Daar
is dus sprake van een volledige korting. Deze korting heeft geen effect
voor panden op een bepaalde hoek. De heer Quadekker zou spreker als
voorbeeld willen noemen een toevallige waardestijging van een perceel
in de Ginnekenstraat. Spreker wil dit wel tegen de oude prijs overnemen
als de heer Quadekker de baat niet ziet. Spreker wil het verschil gaarne
incasseren. Hij wil er alleen maar mee aanduiden, dat er zeker van
nieuwe straataanleg wordt geprofiteerd; het staat overigens ieder vrij
al of niet te verkopen.
De heer QUADEKKER: „Als ik als gepensioneerde in de Ginneken
straat woon komt u er nooit in!"
De VOORZITTER merkt nog op, dat er voor onvermogenden nog
altijd de mogelijkheid van ontheffing bestaat.
Wethouder VERMEULEN deelt naar aanleiding van de vraag van de
heer Van Duijl mede, dat de raad t.z.t. van plannen tot verplaatsing van
de kermis op de hoogte zal worden gesteld.
Hoofdstuk VI wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
Hoofdstuk VII wordt zonder nadere discussie vastgesteld.
HOOFDSTUK VIII.
ALGEMEEN.
De heer VAN BIJNEN zegt dat bij de voorafgaande discussies is
overeengekomen dat bij hoofdstuk VIII zal worden beslist omtrent de
urgentievolgorde van stadhuis en schouwburg. De voorzitter heeft reeds
gewezen op de zeer hoge kosten, welke de laatste 10 jaar aan het stad
huis zijn besteed.
Spreker kan dan ook zeer wel akkoord gaan met een spoediger reali
sering van het nieuwe stadhuis. Van belang is ook de mededeling van
de voorzitter dat de congreshal voor verschillende kunstuitingen bruik
baar zal zijn. Het inrichten van het huidige gemeentehuis tot museum
spreekt spreker nog niet erg aan; er lijkt nog niet veel behoefte aan te
bestaan. De schouwburg is meer urgent. Spreker is het wel eens met het
voornemen om Concordia op te knappen, maar in feite wordt tegen
woordig toch wel een moderne voorziening verlangd.
Spreker zou het toejuichen als beide voorzieningen gelijktijdig zouden
kunnen worden gerealiseerd. Hij zou daarmede gaarne akkoord gaan.
Hij hoopt dat burgemeester en wethouders er met grote zorg naar zullen
streven dat bij de voorbereiding der plannen zoveel mogelijk gelijk op
wordt gewerkt, bijvoorbeeld ook voor het verkrijgen van de rijksgoed
keuring. Eventueel zal t.z.t. een keuze moeten worden gemaakt maar het
lijkt zeer wel mogelijk dat het civic centre als geheel gelijktijdig wordt
gebouwd.
Spreker wil als standpunt van zijn fractie recapituleren:
gelijktijdige opmaak van de plannen, trachten de nodige vergunningen