184 19 JANUARI 1962 Het subsidie voor bijzondere culturele doeleinden is zowel voor de uitkoopverenigingen als voor de bijzondere evenementen bestemd. Wethouder VERMEULEN wil er de aandacht op vestigen, dat men stadhuis en schouwburg niet teveel als twee op zichzelfstaande zaken moet beschouwen. Het is zo, dat de architect van de schouwburg pas kan beginnen als de architect van het stadhuis klaar is. Het is in totaal een object van 14 miljoen, waarvoor men in één be naming evengoed „civic centre" had kunnen zetten. Men kan nu een maal in één jaar niet voor 14 miljoen weg bouwen. Er moet een geheel complex aaneen worden gebouwd met een totale bouwtijd van 7 jaar. Daarom kan men ook niet stellen: de schouwburg moet eerst worden gebouwd. Wel kan een zekere rangorde in de voorbereiding worden bepaald. De VOORZITTER wil dit laatste gaarne onderstrepen. De heer VAN BIJNEN meent, dat de voorzitter hen een bepaalde prioriteit in de mond heeft gelegd. Spreker wil nog eens verduidelijken dat nog zal moeten blijken waar het zwaartepunt komt te liggen. Dit hangt af van de mogelijkheden. Dit kan zijn: eerst het stadhuis of eerst de schouwburg. De heer VIS meent dat er tussen het standpunt van zijn fractie en dat van burgemeester en wethouders nog steeds een fundamenteel ver schil aanwezig is. In de gedachtengang van wethouder Vermeulen zul len de voorbereidingen van stadhuis en schouwburg tezamen moeten lopen. Als dat zo is behoort dit duidelijk te worden vastgelegd en moet niet op de achtergrond de gedachte leven: als gelijktijdige uitvoering niet mogelijk is moet eerst het stadhuis worden gebouwd. Als dit laatste het geval is kan sprekers fractie niet meegaan met het te nemen besluit. Spreker heeft wel begrepen, dat het pas over een jaar als de plannen meer gestalte hebben mogelijk zal zijn een duidelijker beeld van de situatie te krijgen. In elk geval is het standpunt van sprekers fractie nu duidelijk geformuleerd. De VOORZITTER kan dit wel onderschrijven. Misschien is in de ge- dachtenwisseling de zaak enigszins scheef getrokken, maar wethouder Vermeulen heeft ons de realiteit voorgehouden. Van scheiden en onder scheiden kan hoogstens gesproken worden in de zin van departementeel, niet functioneel. De architect moet men geen stok tussen de wielen steken. De heer VIS wijst er op, dat beide plannen in het investeringsplan nu eenmaal gescheiden zijn opgenomen. Is het niet beter beide onderdelen samen te voegen onder de naam „civic centre"? De VOORZITTER adviseert nu niets te formuleren dat aan de ge zamenlijke voorbereiding in de weg kan staan. Straks komen de volume- schetsen en dan is er een nieuw moment om te zien hoe de plannen bestuurlijk en financieel kunnen worden opgevangen. Nu zal met de nodige stoomkracht moeten worden doorgezet. Voor dit jaar maakt de keuze geen enkel verschil. De heer VIS meent dat het hier niet om gaat. Als burgemeester en wethouders het niet met hem eens zijn, verzoekt hij een uitspraak van de raad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 184