14 FEBRUARI 1962. 223 verkeer te onttrekken. Civielrechtelijk is er volgens spreker voor Raming ook geen succes te halen; er is geen servituut, terwijl er bestaande uitgangen zijn via de Lange Brugstraat, zodat het gebouw niet onbereikbaar is. Ingevolge het burenrecht moeten de erven en landerijen uitweg hebben ;hij durft niet te zeggen dat dit ook voor panden geldt. In de nieuwe situatie regardeert dit alles Vroom en Dreesmann op de eerste plaats. Dat wil niet zeggen, dat de gemeente Vroom en Dreesmann niet zou kunnen verzoeken ten behoeve van de N.V. Raming enige toenadering te doen. Spreker zal ernaar blijven stre ven om voor beide partijen de meest reële en praktische voorzie ningen te bereiken. Hij stelt voor het voorstel te aanvaarden, waardoor in ieder geval wordt bereikt, dat het gangetje 4 meter breed zal worden. Wethouder MEIJS zegt, dat het college van burgemeester en wethouders, dat in 1955 zitting had, door de raad thans is aange vallen. Dat de raad door het college niet voldoende zou zijn in gelicht, is zeker niet waar. Spreker zou gaarne van de heer Van Bijnen vernemen in welk opzicht de raad niet voldoende zou zijn ingelicht. Indertijd is er gevraagd of er meer gegadigden voor het steegje waren. Wethouder Jongbloed heeft toen gezegd, dat er zich een gegadigde had gemeld. Dat wil niet zeggen, aat er geen andere zouden zijn, die er interesse voor hadden. Los van de zakelijke belangen gaat het hier om een poort tussen twee percelen, die eigendom zijn van Vroom en Dreesmann Breda. Het zou toch wel vreemd zijn als de gemeente zou bevorderen, dat de ene zaak een wig zou drijven tussen de zaak van een an dere. Het zou toch ook bij verkoop van industrieterreinen irreëel zijn als de gemeente een perceel, dat gelegen was tussen het ter rein van een en dezelfde industrie, zou gaan verkopen aan een andere industrie. De NV. Raming heeft nog wel degelijk vanuit het voormalig school gebouw een uitweg, met name direct vanuit de speelplaats van de school naar de Lange Brugstraat, en voorts nog naar de Nieuw- straat via een poort. Bovendien heeft zij daar een pand in eigen dom, waarin thans een houthandel is gevestigd, en vlak tegen Vroom en Dreesmann aanligt. Dit pand kan zeker als uitweg wor den gebruikt. Ook voor de in het gebouw tijdelijk gehuisveste meis jes u. l.o.-school is bij raadsbesluit een krediet verleend voor het aanbrengen van een uitgang naar de Nieuwstraat, waardoor de uit verkeersoogpunt zeer gevaarlijke Karrestraat wordt ontlast. Er kan zeker niet gesteld worden, dat Raming geen uitgang zou hebben. Dat de N.V. Raming niet in de besprekingen is betrokken, is te doen gebruikelijk. Als iemand zich aandient als koper, is het toch niet gebruikelijk, dat een tweede koper gezocht gaat worden; dit doet men toch niet in de praktijk. Bovendien is bij het schoolgebouw een speelplaats gelegen, zodat bijvoorbeeld bij brand toch wel alle mogelijke manoeuvres moge lijk zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 223