14 FEBRUARI 1962.
224
De heer QUADEKKER constateert uit het feit, dat de wethou
der de notulen van de destijds gehouden raadsvergadering heeft
medegenomen, door burgemeester en wethouders toch wel ver
wacht werd, dat er over deze zaak zou worden gediscussieerd.
Hij is verheugd, dat hij een mea culpa van de vorige raad heeft
gehoord. Spreker kan zich voorstellen, dat de N.V. Raming des
tijds niet helemaal op de hoogte was van het voornemen van bur
gemeester en wethouders, ornaat eerst in de betreffende raadsver
gadering tijdens de koffiepauze het stuk op de tafel van de raads
leden werd gelegd. Als wethouder Jongbloed destijds heeft gezegd:
er zijn geen andere gegadigden en wethouder Meijs zegt thans,
dat alleen met de eerst aangemelde zaken wordt gedaan, dan klopt
er volgens spreker iets niet. Door de voorzitter is gesteld, dat nu
de raad eenmaal a heeft gezegd, thans ook b moet zeggen, als
mede dat de N.V.Raming een progressiefaankoopbeleiaheeftge
voerd. Raming is indertijd inderdaad verstandig geweest. Waarom
zou zij nu voor een progressief aankoopbeleid moeten worden ge
straft. Het is wel zo, dat progressieven op zijn tijd worden gestraft.
Spreker meent voorts te moeten opmerken, dat het door de heer
Kramers bedoelde bedrijf in de Ginnekenstraat zo progressief is
geweest, dat de moeilijkheden reeds in december zijn opgelost.
Het onderhavig voorstel is door burgemeester en wethouders op de
agenda gerangschikt onder het hoofdstuk verkeer; akkoord. Doch
als burgemeester en wethouders het steegje willen afsluiten van
wege de motorvoertuigen, dan is er toch wel een middenweg te
vinden. De mogelijkheid zou toch geopend kunnen worden, dat
Raming alleen maar voor voetgangers of wielrijders van de uitweg
gebruik kan maken. Spreker heeft het meest aangesproken de be
middelende rol, die door de voorzitter voorzichtig is gesugge
reerd. Dit heeft echter geen zin als de raad eenmaal b heeft ge
zegd; de partij, die reent heeft gekregen, heeft helemaal geen
bemiddeling nodig en zal er dan ook zeker van af zien.
Spreker steltvoor het besluit thans niet te nemen, doch eerst over
leg te laten plaats vinden, zodat in de volgende raadsvergadering
een beslissing kan worden genomen.
De heer VAN BIJNEN zegt, dat volgens de wethouder correct
zou zijn gehandeld door niet met andere gegadigden te praten.
Hier kan het spreker niet mee eens zijn. Immers in dit geval had
de N.V. Raming een uitweg op het perceel, dat verkocht ging wor
den; zij raakt ait recht nu kwijt. Dat is dan ook de reden geweest,
dat spreker gezegd heeft, dat het behoorlijk zou zijn geweest als
destijds op het voorstel van de heer Van Gisbergen was ingegaan.
Het recht, dat de N.V.Raming had, is dus bij de verkoop in 1955
vernietigd. Had spreker destijds geweten wat er precies gaande
was, dan was hij toen zeker met het voorstel van de heer Van Gis
bergen meegegaan om de zaak aan te houden. Met de veiligheid
in de Karrestraat zal het wel meevallen. Hij gelooft, dat er nu
ook niet veel zware auto's uit het steegje zullen komen.
Spreker is van mening, dat de raad thans b moet zeggen.