14 FEBRUARI 1962.
233
Op bladzijde 1 staat, dat de straatverlicfaüngskosten de laatste
jaren niet in de grondprijzen verdisconteerd werden. Dit is vroeger
wel het geval geweest, doch dan in een vrij lang verleden. In
een voorstel in april 1961 werd vermeld, dat een reeds jaren ge
volgde gedragslijn wordt gehandhaafd en de straatverlichtines-
kosten derhalve niet ingecalculeerd werden. Er blijkt nu, dat Dij
de begrotingsbehandeling niet voldoende tot uitdrukking is ge
komen, dat door speeltuinen een vrij aanzienlijke lastopdegrond-
pool wordt gedrukt.
Het is een belangrijk renteverlies, dat met name genoemd had
moeten worden, dan had de raad een beter beeld gekregen. In
dit opzicht is spreker niet erg enthousiast, omdat de kopers van
de grond nu voor deze strop moeten opdraaien. Spreker begrijpt,
dat er wel geen andere mogelijkheid zal zijn geweest om een
sluitende begroting te krijgen. Het systeem is dusmetincalculatie
van de kosten van straatverlichting. Het streven is geweest om
een grotere gelijkmatigheid en gelijkheid voor de gronden te ver
krijgen. Er is nu een aanmerkelijk verschil in de prijzen van de
grond. Er zit een zekere onbillijkheid in het systeem. De indu-
striegrondcomplexen zijn, evenals de saneringscomplexen, buiten
de grondpool gehouden. Hij vraagt of ook hier grote prijsverho
gingen zijn te verwachten. Voorts zou spreker gaarne een inzicht
nebben van de grondprijzen van met Breda vergelijkbare gemeen
ten om na te gaan of er grote verschillen zijn.
Wethouder MEIJS heeft neiging om te beginnen zoals in een
sprookje. Er was eens een gemeentebestuur, dat meende, dat het
om bepaalde redenen nuttig kon zijn om bepaalde grond niet te
zeer te belasten. Zo is in Breda jarenlang de straatverlichting ge
bracht ten laste van de algemene dienst; dit is destijds door ge
deputeerde staten na veel sputtering aanvaard. Dit kan evenwel
niet blijven duren. De voorgestelde weg moest wel worden inge
slagen om juist enig soelaas in de begroting te hebben. Door de
ze maatregelen zijn de grondprijzen over het algemeen verhoogd,
waardoor de huren verhogen. De prijsverhogende factoren zijn in
derdaad niet gelijk, vooral voor de villabouw niet in vergelijking
met de andere gronden. Het college meende, dat dit een goede
maatregel was; men ging er van uit, dat de grond voor woning-
wetbouw niet te zwaar belast moest worden. De kosten konden
beter drukken op de grond voor villabouw.
Op het verzoek van de heer Vis om een vergelijkend overzicht te
geven van de grondprijzen in andere soortgelijke gemeenten meent
spreker niet te moeten ingaan. Het is hem bekend.dat in een iets
frotere gemeente dan Breda de grondprijs voor villabouw aanmer-
elijk hoger is dan te Breda, hetgeen niet wil zeggen, dat dit in
alle gemeenten zo zal zijn. De grondprijs voor villabouw is hier
bijna de helft van die in andere gemeentenDe grondprijzen zijn
welbewust zo gesteld.
Ten aanzien van de prijzen voor meer en minder grond zegt spre
ker, dat het kan voorkomen, dat iemand een stukje grond minder
wil hebben dan de voorgeschreven standaardmaat en dat zijn buur
man meer wil hebben dan de standaardmaat aangeeft. Het is dan
logisch, dat degene, die minder grond wil hebben dan de stan
daardmaat aangeeft, voor het mindere ook moet betalen, zij het