14 FEBRUARI 1962.
238
47-.RAPPORT INZAKE BOOMBEPLANTING IN DE BINNENSTAD.
De heer KRAMERS dankt het college voor de snelheid, waar
mede dit voorstel ter kennis van de raad is gebracht. Spreker kan
zich verenigen met de gedane voorstellen inzake het planten en
herplanten van bomen in de verschillende straten. In het voorstel
staat ten aanzien van de Minister Nelissenstraat, dat burgemeester
en wethouders bij nadere beschouwing hun reeds ingenomen stand
punt handhaven. Hij zou gaarne die nadere beschouwingen van het
college willen weten.
Wethouder MEIJS zegt, dat "beschouwingen" afgeleid is van het
werkwoord schouwen. De betreffende wethouder heeft met de di
recteur van beplantingen alle bomen geschouwd; dat zijn nadere
beschouwingen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de nadere beschouwing van de
zelfde argumenten tot dezelfde conclusie als de eerste keer heeft
geleid.
Voorts deelt hij nog mede, dat, als de bomen gesnoeid worden, zij
geen overdreven hinder zullen opleveren. De eerste argumenten
wegen voor burgemeester en wethouders nog altijd even zwaar.
De heer KRAMERS vraagt of de bomen inderdaad gesnoeid wor
den.
De VOORZITTER bevestigt dit.
Hierna besluit de raad conform het voorstel.
48. VERHOGING RAMING SUBSIDIE 1960 VOORWIT-GELE KRUIS.
Conform dit preadvies wordt besloten.
49. MACHTIGING BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BOUWTER
REINEN TE VERKOPEN.
De VOORZITTER zegt, dat het hem, komende van een kleinere
stad, heeft verbaasd, dat te Breda de grondzaken zoveel papieren
en mankracht eisen. Een delegatie op dit punt ligt voor de hand.
De afdeling voor openbare werken kan zich in deze nog volkomen
laten gelden. De besluiten van burgemeester en wethouders worden,
gehoord de genoemde afdeling, ter kennis van de raad gebracht,
zodat er altijd nog gelegenheid is om er beschouwingen over te
houden.
De heer VAN BIJNEN vindt, dat de voorzitter de zaak toch wel
eenvoudig stelt, ofschoon het naar zijn mening toch wel een be
langrijke zaak is. Het is vandaag gebleken, dat het toch wel zijn
nut heeft als ieder raadslid op ae hoogte is met het voorstel. Het
heeft voor de raadsleden weinig zin om achteraf een reeds genomen
besluit in de raad te bespreken. Bovendien zal de voorgestelde
maatregel voor de leden van de afdeling voor openbare werken