14 FEBRUARI 1962. 239 veel werk geven. In verband hiermede stelt spreker voor: 1. een tijdige toezending van stukken; 2. meer vergaderingen van de afdeling; 3. een splitsing van de afdeling; grond/aan- en verkopen is geheel iets anders dan woningbouw. Hij vraagt met klem een oplossing te zoeken, aangezien ae huidige leden overbelast zijn. Gezien het feit, dat de raad nu over ver schillende zaken niet meer meepraat, is de afdeling nu zeer be langrijk geworden. Wethouder MEIJS gelooft, dat de zaak minder belangrijk is ge worden nu er een grondpool-plan is aanvaard. Men heeft alleen te kijken of de aan- en verkopen daarmede in overeenstemming zijn. In feite zouden derhalve deze zaken ook in de afdeling voor openbare werken achterwege kunnen blijven. Toch stelt het col lege het op prijs om deze zaken toch nog in de afdeling voor openbare werken te behandelen, opdat de raad uiteindelijk dan toch op de hoogte blijft. Op het verzoek om meer vergaderingen van de afdeling te houden wil spreker thans geen toezeggingen doen, aangezien de desbetref fende wethouder afwezig is. Een splitsing van de afdeling zou hij willen ontraden, omdat de betreffende wethouder en de ambtenaren voor dezelfde zaken meerdere malen zullen moeten vergaderen, hetgeen tijdverspilling zou betekenen. Bij meer vergaderingen zouden de bezwaren van de heer Van Bijnen voor een groot gedeelte ondervangen zijn. De heer VAN CAULIL zegt, dat het niet zozeer gaat om de af deling te splitsen, maar wel om de agenda te splitsen. Het gaat soms over 20 aankopen en 25 verkopen. Vooral de aankopen ver dienen meer aandacht. De VOORZITT ER wil de opmerkingen aan wethouder Vermeulen mededelen. De heer VIS meent, dat de werkzaamheden voor de leden van de afdeling niet groter zullen worden, maar wel de verantwoorde lijkheid. In allereerste instantie zullen de gemaakte opmerkingen in de afdeling zelf moeten worden besproken. Spreker is niet erg enthousiast voor een splitsing van de afdeling. Hij zou wel gaarne zien, dat de stukken tijdig worden toegezonden. De heer VAN HOUTEN kan om praktische redenen zich met het voorstel verenigen. Hij is er geen voorstander van de afdeling te splitsen, wel dat iedere fractie inde afdeling is vertegenwoordigd. Hij verzoekt dit laatste in de studie te betrekken. Wethouder MEIJS zegt, dat de heer Vis de heer Van Caulil al heeft beantwoord. Hij meent, dat de bezwaren bij meer vergade ringen wel kunnen worden opgevangen. Spreker zegt toe de hele materie te zullen doen bekijken, waarna een voorstel zal volgen. Hierna besluit de raad overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 239