257 21 maart 1962. heeft hij zeker bezwaar tegen de mogelijkheid van het opleggen van nabetalingen. In de nota heeft spreker gelezen, dat het college nog nader zal terugkomen op de mogelijkheden tot instelling van een tarieven- egalisatiefonds. Hij zou het prettiger hebben gevonden als deze aangelegenheid tegelijkertijd behandeld had kunnen worden. Naar zijn mening had in de nota de gezinsreductie verwerkt moeten zijn. Het woord gezinsreductie is gebruikelijk, doch hij zag daarvoor liever in de plaats verbruiksreauctie. Wethouder VAN BOXTEL begint met zich te verontschuldigen, omdat hij misschien op enkele punten niet voldoende technische kennis zal hebben om alle vragenstellers te voldoen, daar hij niet de normale "gasman" van het college is. Diverse sprekers, zo zegt hij, hebben nogal wat bezwaren laten horen tegen het verdwijnen van de muntgasmeters en tegen het mi nimum verbruik van 300 m3 per jaar. Ook in de afdelingsvergadering is hierover gesproken en dat is voor het college aanleiding geweest om er nog eens bijzondere aandacht aan te besteden. De bepaling betreffende het opleggen van een nabetaling aan degenen, die min der dan 300 m3 per jaar gebruiken moet zuiver gezien worden als een beveiliging van het bedrijf tegen zeer oneconomische aanslui tingen. In de tariefsverordening zou de bepaling opgenomen kunnen wor den, dat aan verbruikers beneden de 300 m3 een navordering opge legd _kan worden. Het ligt zeker niet in de bedoeling van het col lege, aldus spreker, om voor normale aansluitingen naheffingen te doen. De raad heeft er wellicht bezwaar tegen, dat hij nu nog niet precies kan zeggen hoe de clausule zal worden toegepast. Hij zegt toe, dat in de verordening in ieder geval een clausule wordt opge nomen, die beroep op het college van burgemeester en wethouders opent. Waarom is het minimumverbruik van 250 op 300 m3 gebracht Hiervoor kan als reden worden aangevoerd, dat uit de verbruikers- groepen het gemiddelde is getrokken, waaruit blijkt, dat het gros van de verbruikers boven de 300 m3 ligt. Slechts een klein percen tage gebruikt minder dan 300 m3 gas per jaar. Spreker meent, dat hij voldoende duidelijk is geweest in zijn uitlatingen en dat de raad op dit punt gerust kan zijn. Voor wat de muntgasmeters betreft, stelt de wethouder voorop, dat ook ten opzichte van hen die een muntgasmeter hebben een te gemoetkomende houding wordt aangenomen. Zelfs bij invoering van het nu voorgestelde tarief wordt de kostprijs niet eens gedekt. In het verleden betaalden de houders van muntgasmeters geen me- terhuur. Nu is de meterhuur in het tarief opgenomen, hetgeen een kleine verhoging betekent. Door enkele sprekers is betoogd, dat er een parallel getrokken kan worden tussen minder draagkrachtigen en muntgasmeters. De wethouder zegt het hiermedeniet eens tezijn.Wel zal door alleen staanden en lieden met geringe inkomens de muntgasmeter verko zen worden boven de gewone meter, doch men moet dit niet te algemeen zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 257