261
21 maart 1962.
jaar duurt en een opleiding voor het B-diploma, die twee jaar duurt
maar waarvoor ook nog een avondcursus gevolgd moet worden. Dit
laatste is bezwaarlijk en daarom wordt de opleiding drie-jarig.
Wethouder BASTIAENSEN aanvaardt de dank, die door de ver
schillende sprekers is geuit aan het adres van het college.
De stelling van enkele sprekers, die verkondigd hebben, dat
door het college de lijn niet consequent is doorgetrokken kan hij
niet volgen. Eerst gedurende de laatste jaren is men tot de moderne
opleiding gekomen. Dit is een systeem dat in beide richtingen gaat.
De bestaande opleidingsscholen hebben echter een eigen cachet,
dat zo maar niet verdwijnt.Slechts in theorie is er een nieuwe op
leidingsmethode ontstaan. In de praktijk is het oude cachet van de
moderne opleidingsschool nog aanwezig.
Door de rijksinspecteur zelf wordt volgens spreker erkend, dat
de leidsters nog duidelijk het stempel dragen van de opleiding, die
de school gaf, voordat men overstapte op ae nieuwe opleiding. Van
een Fröbel-onderwijzeres mag nietverwachtworden.dat zij zich in
twee jaar volledig de Montessori-methode eigen heeft kunnen ma
ken. Het college stelt dan ook voor te wachten met de invoering
van de moderne onderwijs methode, totdat middels een drie-jarige
opleiding de kleuterleidsters zich in alle methoden hebben kunnen
bekwamen.
Sprekermeent.dat door het college de lijn wel consequent wordt
doorgetrokken, omdat straks uitgezien zal worden naar leidsters,
die een moderne opleiding hebben gehad. Er moet echter rekening
gehouden worden met de praktische situatie.
De heer RATTINK zegt het niet eens te zijn met de opvatting
van de heer Nieuwlaat. Hij heeft in zijn betoog in eerste instantie
juist gesteld, dat niet afgewacht moet worden, omdat er reeds een
moderne opleiding op verschillende scholen in het land gegeven
wordt n.l. te Dordrecht, Leiden en Middelburg. Hij ziet dan ook
niet in waarom gewacht moet worden totdat de drie-jarige oplei
ding wet geworden is, nu er reeds opleidingen in de moderne rich
ting bestaan. Hij blijft er bij,dat de conclusie van het college niet
juist is. Er zijn toch ook andere deskundigen, die zeggen, dat er
reeds op dit moment goede opleidingen in de moderne richting zijn.
De wethouder heeft in de afdelingsvergadering toegezegd nog
eens samen met deskundigen en de afdelingsleden over dit onder
werp te willen praten. Hij vraagt daarom dit stuk aan te houden en
deze materie nog eens opnieuw te bezien.
De heer VIS kan het niet eens zijn met de wethouder waar deze
gesteld heeft, dat door het college de lijn wel consequent is door-
etrokken. Spreker heeft in eerste instantie bedoeld te zeggen, dat
e feitelijke situatie niet vermeld is. De historische tegenstelling
zoals door het college aangegeven bestaat niet meer. Hij zou dan
ook liever gezien hebben, dat duidelijk werd aangegeven wat er
onder de moderne opleiding moet worden verstaan. Hij hoopt dat
het college, de in de afdelingsvergadering gedane toezegging om
deze aangelegenheid nog eens te bespreken met deskundigen, die
door de leden zelf uitgenodigd worden, gestand zal doen.
Hij geeft de wethouder in overweging eens een kijkje te gaan
nemen op de opleidingsschool te Dordrecht en zich pas daarna een