11 APRIL 1962.
275
kondigen: de heer W. Wijn. Ik was bereids getuige van de hulde,
U gebracht door wethouder Van Boxtel op de dag van Uw feest.
Ik stel er prijs op nu ten overstaan van de gemeenteraad woorden
van waardering aan Uw adres uit te spreken. Een functie als de Uwe
is aantrekkelijk voor degene, die de juiste kwaliteiten daarvoor
bezit. U hebt die, Uw functie heeft iets van die van de huisvader.
U bent belast met de gastheerlijke verzorgLng van het decorum. Van
veel betekenis is dit op blijde dagen, wanneer de vele bruidsparen
hun blijde stap via het gemeentehuis zetten. Als goede gids in dit
gebouw bent U bekend om Uw hulpvaardigheid. Bewaker van het
kabinet van de burgemeester zijnde, beheert U vele vertrouwelijke
zaken. Het is onnodig te zeggen dat het voor een goede vervulling
van Uw functie nodig is te beschikken over een goede mensenken
nis, goede vormen en een goed humeur. Vooral dit laatste is door
U hier in ruime mate tentoongespreid.
We weten hoezeer U gehecht bent aan dit oude stadhuis. Ook de
huisgenoten zijn zeer gehecht aan Uw persoon. Ik bied U onze har
telijke gelukwensen aan en spreek gaarne mijn waardering uit voor
al Uw werk. Ik hoop dat U dit nog gedurende een lange reeks van
jaren mag verrichten.
De heer MINDERHOUD zegt het volgende:
De voorzitter heeft "mijnheer Wijn" tot U gezegd. Ik voor mij
zegveel liever "Willem" maar ik zal me nu aan de voorzitter con
formeren:
Mijnheer de hoofdbode-kamerbewa.arder van het gemeentehuis van
Breda.
Namens de gemeenteraad van Breda feliciteer ik. U hartelijk met
de viering van Uw zilveren jubileum als gemeente-ambtenaar op
zaterdag 7 april j.l.en ik spreek de hoop uit, dat U Uw gemeente
diensttijd zult mogen volmaken tot Uw 65 jaar,tot dan ook voor U
de tijd aanbreekt het gemeentehuis vaarwel te moeten zeggen.
Dat wilt U dan waarschijnlijk nog niet, want ik heb in de Bredase
Courant gelezen, dat U wèg is van dit gebouw en er ook niet uit
weg wilt. Wat U dan zo bekoort in dit gebouw weet ik niet of het
moest zijnde uitbouw met z'n receptiezaal en raadzaal en de half>
Overigens kan het mij niet bekoren, want er zijn te veel gangen,
trappen en trapjes, zodat ik in dit labyrint nog steeds niet de draad
van Ariadne heb gevonden.Gij zijt hier echter in thuis als wie ook
en ik begrijp nu pas waarom U ook 's zaterdags, als ieder hier vrij
is, toch naar dit gebouw komt, hoe dor en doods het dan ook op
zo'n dag gelijken mag. U is er nu eenmaal aan verknocht en kunt
het geen aag missen.
Vandaar ook, dat de raadsvergaderingen U zeker zo aantrekken.
Zeggen doet U er niet veel of eigenlijk niets, maar dat hebt U dan
gemeen met desecretaris.de notuleurs.de pers en het publiek. Wel
loopt U meer dan wie ook door de raadzaal, nu eens met stem
briefjes of stembus, dan weer met glazen water voor de dorstigen
of torst bundels portefeuilles met stukken en deponeert die ergens
op de collegetafel om ze dan even later weer weg te halen. Wat
er intussen mede gebeurd is, weet U niet; trouwens wij ook niet,
