11 APRIL 1962. 277 2. De heerSTOKKERMANS heeft in de vorige vergadering gevraagd naar een antwoord op zijn vraag naar aanleiding van een ver- drinkingsgeval nabij de Prinsenkade. Ook nu heeft hij bij destuk ken nog geen antwoord in deze aangetroffen. De VOORZITTER antwoordt dat de beantwoording van deze vraag enige studie vereist. Spreker hoopt dat de Commissaris van Politie hiervoor thans niet veel tijd meer nodig zal hebben. De stukken, genoemd onder 2a t/m k, worden voor kennisge ving aangenomen. De VOORZITTER vestigt nog de aandacht op de onder 2j gea gendeerde nota inzake de bouw van het congres-en tentoonstellings centrum, waaromtrent in de informele raadsvergadering van 2 mei a.s. van gedachten zal worden gewisseld. 2k. ANTWOORDEN OP DOOR RAADSLEDEN GESTELDE VRAGEN. VRAAG. De heer HULSKRAMER informeert naar de bestemming van het stukje grond aan het einde van de Christiaan Huygensstraat. Als er direct nog geen bestemming aan het perceeltje wordt gegeven, zou hij gaarne zien dat het wordt ge'égaliseerd. ANTWOORD. Het betreffende perceeltje heeft in het uitbreidingsplan "Linie straat 52" de bestemming "winkelbouw met bovenwoning". Vesti ging van café-restaurant is eveneens toegestaan, In het algemeen is het niet de gewoonte nog uit te geven bouw terreinen te egaliseren. Voor afwijking van deze gedragslijn zijn in het onderhavige geval geen termen aanwezig. VRAAG. De heer QUADEKKER vraagt of het in het voornemen van het college van burgemeester en wethouders ligt, om de voor verkie zingsreclame beschikbaar gestelde borden na de eerste verkiezing te laten reinigen voor ze voor de tweede verkiezing gebruikt kun nen worden, en zo ja wanneer ANTWOORD. De van gemeentewege voor het maken van verkiezingsreclame beschikbaar gestelde borden zijn direct na afloop van ae staten verkiezingen met weinig moeite schoon gemaakt kunnen worden. VRAAG. De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat het hem is opgevallen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 277