11 APRIL 1962.
279
De VOORZITTER deelt mede dat de agendapunten 5b en 6b zijn
teruggenomen. Spreker heeft op 11 april nog een gesprek met de
belanghebbende gehad.
Wethouder VERMEULEN wil hier nog aan toevoegen dat dit uit
stel niet betekent dat het voorstel perse zal veranderen. Zo moge
lijk zal dit gehandhaafd blijven maar spreker wil een en ander nog
eens opnieuw bezien.
De heer VAN BUNEN vindt dit toch wel een prettig geluid om
dat er in sprekers fractie veel bezwaren blijken te zijn tegen deze
voorstellen. Spreker hoopt dat alsnog een goede oplossing mogelijk
zal blijken.
7. BEZWAARSCHRIFT TEGEN BOUW VAN GARAGES AAN HET
LEEUWENHOF.
Besloten wordt het bezwaarschrift voor kennisgeving aan te nemen.
8. DOORTREKKING KEPLERSTRAAT.
9. STRAATVERLICHTING KEPLERSTRAAT.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
10. AANLEG GED. PARALLELWEG LANGS NOORDELIJKE INVALS
WEG.
De heerZUTREGTOP heeft uit het voorstel gelezen dat een kre
dietbedrag van 126.159, - van de algemene dienst naar het grond
bedrijf moet worden overgeboekt. Deze transactie is hem niet dui
delijk.
Wethouder VERMEULEN antwoordt dat deze overboeking tot doel
heeft de kosten rendabel te maken via het grondbedrijf. Deze wor
den aldus opgenomen in de exploitatie van de industrieterreinen.
Via de verkoopsprijzen vloeien de kosten dus weer terug in de ge
meentekas.
De heer ZUTREGTOP zal nog gaarne vernemen waarom deze
kosten nu ineens ten laste van de industrieterreinen moeten komen.
Wethouder VERMEULEN merkt op dat de onderhavige weg in
hoofdzaak ontsluiting van de industrieterreinen beoogt. Het karak
ter ten algemene nutte is vrij gering. Als er geen industriecomplex
was zou deze weg zeker niet worden aangelegd. Er is daar in het
geheel geen woningbouw.
De heer ZUTREGTOP meent dat aan de bestemming van de weg
niets is veranderd. Nu moet deze ineens op het grondbedrijf gaan
drukken. Spreker heeft wel geen bezwaar tegen het voorstel, maar
de achtergrond begrijpt hij niet.