284
11 APRIL 1962,
zen plaats te projecteren.Bij wijziging van de vorm zou de groen
voorzieningvan de flats moeten worden aangetast, hetgeen weer an
dere reacties uitlokt. Deze oplossing is dus ook al niet zo eenvou
dig. Al met al is het plan consciëntieus bekeken en spreker meent
te moeten adviseren nu geen wijzigingen meer aan te brengen. Me
vrouw De Bonte heeft zich afgevraagaof het niet verstandiger is ook
eerst elders speeltuinen aan te leggen nu de daarvoor beschikbare
middelen zo beperkt zijn. Spreker gelooft dat men dit nuchter moet
bezien. Als men dit gaat doen moeten er nog veel meer dingen wor
den afgewogen. Dit zou uiteindelijk betekenen dat er moet worden
geloot wie het eerst aan de beurt is en dat is natuurlijk ondoenlijk.
Er is nu een totaalplan voor het Brabantpark; als de drie speeltuin-
tjes klaar zijn is het jaar weer voor een groot deel verstreken. Hier
op aansluitend kunnen er dan weer elders speeltuintjes worden aan
gelegd. Op deze wijze wordt het meest economisch gewerkt.
De heerZUTREGTOP is het met het allerlaatste deel van het be
toog van de wethouder wel eens. De vraag is nu nog: waar wil hij
straks verder gaan. Voor het Brabantpark is er een plan. Als vol-
end jaar de keuze nu weer tot dit planbeperkt blijft is spreker het
aar niet mee eens. Er zou beter eerst een gehele inventarisatie
kunnen worden gehouden.
Wethouder VERMEULEN wijst er op dat de speeltuintjes alleen
daar komen waar veel hoogbouw is en grond daarvoor beschikbaar
is. In het Brabantpark zijn beide factoren aanwezig. Spreker wil
wel eens laten bezien of er misschien een plan voor de gehele stad
kan worden gemaakt.
Mevrouw DE BONTE zal nog gaarne vernemen of uit het bedrag
van 25.000, - dat jaarlijks beschikbaar is ook de kosten van shot-
velden moeten worden bestreden. Deze zijn hier en daar hard nodig.
Als dit zo is dan kunnende 25.000,- niet geheel voor speeltuin
tjes worden besteed, maar moet een deel worden besteed aan shot-
velden die veel harder nodig zijn.
De heer VIS is er nog niet van overtuigd dat bij ongewijzigde uit
voering van het plan de meest juiste oplossing gevolgd wordt. Langs
het water is de situatie voor kinderen van 5 a 6 jaar toch wel te ge
vaarlijk. Is er ter plaatse niet een ander, meer acceptabel plan, te
maken
Wethouder VERMEULEN antwoordt dat men in deze van mening
kan blijven verschillen. Hij heeft wel waardering voor de opvatting
van de heer Vis maar het verschil van inzicht blijft. Spreker zou het
plan niet langer willen aanhouden maar juist willen trachten een
spoedige goedkeuring te verkrijgen, opdat met het werk kan worden
begonnen.
Wethouder BASTIAENSEN merkt nog opdat het hier niet om een
jaarlijkse post van 25.000,- gaat, maar om een eenmalig kre
diet.