I 288 11 APRIL 1962. ~V thans, is het plan nog wel houdbaar De heer VAN WERKHOOVEN heeft wel met enige verwonde ring van het voorstel kennis genomen gezien de nog steeds toe nemende woningnood. Het gaat hier niet alleen om het slopen van een huis, maar er wonen 13 p.ensiongasten in. Binnen enige maanden zullen deze mensen op straat staan en waar moeten zij K^an onderdak vinden. Als dit pand wordt afgebroken zullen de belandende panden zeker ook moeten worden gesloopt. Spreker vindthet een eigenaardige toestand. Uit het voorstel blijkt ver volgens dat de heer Landman geen eigenaar, maar huurder is. Volgens welke regels wordt de vergoeding berekend Als hij in eenfeades pand zijn bedrijf kan voortzetten lijkt het niet nodig een dergelijk grote schadevergoeding toe te kennen. Wethouder VERMEULEN constateert dat de heer Zijtregtop het gehele binnenstadsplan aan de orde stelt. De raad weet met hoe veel moeite en bezwaren dit plan tot stand is gekomen. Eigen lijk is het vorig jaar pas definitief vastgesteld. De heer Zijtregt op wijst op een gewijzigde situatie en wil het gehele plan op de helling zetten. Als dit werkelijk zijn bedoeling is dan moet spre ker toch wel waarschuwen tegen een dergelijke methode van wer ken. Burgemeester en wethouders zijn nu juist doende het door de raad vastgestelde plan te realiseren. Spreker heeft er overi gens geen bezwaar tegen om in een informele raadsvergadering net geheugen inzake het binnenstadsplan nog eens op te frissen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bepaalde onderdelen van het plan niet uit te voeren;maar laat de raad niet te gemak kelijk besluiten het plan te herzien. Anders loopt het uit op plan nenmakerij zonder meer. Als het pand Veemarktstraat 72a be woond zou blijven zouden 15.000, - moeten worden besteed om het bewoonbaar te houden. Het pand is echter gedoemd om daar te verdwijnen. Deheer Landman is inderdaad geen eigenaar, maar de nieuwe wettelijke regeling schrijft voor dat voor vergoeding in aanmerking komt maximaal 3 x het jaarinkomen of 8 x de jaar- huur. De schadevergoeding van 22.000, - moet men dus zien in het licht van deze regeling. Het lijkt niet gewenst in deze woning nog andere gezinnen on der te brengen, gelet op dehuurbescherming.Er zou trouwens be hoorlijk moeten worden geïnvesteerd om het pand bewoonbaar te maken. De heer Landman is er in geslaagd mèt zijn pensiongas ten onderdak te vinden. Er komt dus niemand op straat te staan. Deheer VAN WERKHOOVEN zal noggaarne vernemen wanneer het pand gesloopt zal worden. Wethouder VERMEULEN antwoordt dat er besprekingen gaande zijn over de ondergrond van dit huis en die van de aangrenzende panden. De heer VAN WERKHOOVEN merkt nog op dat vooruitgelopen wordt op een wet die nog komen moet. Overigens blijft hij het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 288