295
16 MEI 1962.
F.C. NIEUWLAAT, F&P. VAN DE NOORT, J.H.M. QUADEKKER,
A.J.A. RATTINK, D,J. RENOOU, A. SPANJER, H.F. W. STOK-
KERMANS, J. F. V, VERMEULEN, J. VERSCHUREN, drs. P. VIS,
F. VAN WERKHOOVEN, drs. N.H. ZUTREGTOP.
Afwezig: mevr. M.W.B.A. van Mierlo-Mutsaers en de heren
J.J. Kamphuys, A. Kroon en W. van der Zwan.
Voorzitter: de heerj. A. Meijs.
Loco-secretaris: de heer mr. J.J.G.M. Walenkamp.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed
uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement
van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van: mevr. M.W.
B. A. van Mierlo-Mutsaers en de heren A. Kroon en W. van der
Zwan.
De VOORZITTER constateert dat het sinds de vorige raadsver
gadering meerdere malen heeft geregend. De in verband met de
verjaardag van H. M. de Koningin gevallen lintjesregen liet enke
le welgevallige druppels in Breda na. Ook twee leden van deze
raad werden onderscheiden. Het verheugt hem dat de heren Van
Bijnen en Van Gisbergen deze eer te beurt is gevallen.Hij wil hier
benadrukken dat de onderscheidingen niet alleen bedoeld zijn voor
hun normale werk voor de raad, doch daarnaast ook voor zoveel
ander, op uitstekende wijze, verricht werk. Op grond hiervan be
haagde het Hare Majesteit hen te benoemen tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau. Hij vleit zich met de gedachte dat het verle
nen van deze onderscheidingen zijn afstraling vindt op de gehele
raad.
De heer MINDERHOUD zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter, aansluitend aan hetgeen U hebt gezegd
tot de heren Van Gisbergen en Van Bijnen wil ik, namens de ge
meenteraad van Breda, heide heren hartelijk gelukwensen met de
Koninklijke onderscheiding, die zij, ter gelegenheid van de ver
jaardag van H.M. de Koningin op 30 april j.l. hebben ontvangen.
Ook de raad deelt in Uw blijdschap dat U de uitverkorenen zijt
geweest een ridderorde te worden toebedeeld en wij zijn er zelfs
wel een beetje trots op, dat uit ons midden twee nieuwe ridders
in het Oranje-Nassau orde Korps zijn opgenomen.
Uiteraard brengt dit verplichtingen voor U mede, waarop ik U
niet behoef te wijzen, maar wij hopen, dat U dit ereteken nog een
reeks van jaren waardig zult mogen dragen.
Het simpele oranjestrikje op de revers gespeld bij de verjaar
dagen van leden van het Koninklijk huis, schijnt helaas wat uit de
mode te geraken, tenminste wat ik er van zag op de receptie ten
gemeentenuize op 30 april van dit jaar, was maar sober.
Voor U beiden zal voortaan een ander strikje Uw knoopsgat sie-