-29-
17 JANUARI 1962.
Wethouder MEIJS merkt op dat men onderscheid moet maken
tussen gemeenten waar militaire tehuizen worden geëxploiteerd en
gemeenten waar deze tehuizen niet zijn. NatuurlijK zijn de laatst
genoemden er het meest. Deze kunnen aan de landelijke vereni
gingen subsidiëren, zo zij dat wensen. In de gemeente Breda worden
twee militaire tehuizen geëxploiteerd. Het standpunt is toen inge
nomen in de exploitatiekosten van deze tehuizen een subsidie te
verlenen. De nood van deze tehuizen is gemakkelijker te consta
teren, dan van een landelijke organisatie. Om deze redenen is des
tijds het besluit genomen tot subsidiëring in de exploitatie-kosten
van de plaatselijke tehuizen en deze gedragslijn is tot op heden ge
volgd. Ook andere subsidie-aanvragen zijn in het verleden op de
zelfde motieven afgewezen. Natuurlijk, zo zegt spreker, zullen er
Bredase militairen zijn, die van tehuizen in andere gemeenten ge
bruik maken, doch het is ondoenlijk na te gaan waar militairen uit
Breda afkomstig gelegerd zijn om deze tehuizen te subsidiëren.
Het voorstel voor delegatie aan burgemeester en wethouders is
gedaan uit een oogpunt van efficiency. Spreker heeft er overigens
geen bezwaar tegen dit verzoek te laten vervallen. Anderzijds wil
hij er toch wel op wijzen, dat de raad bij kennisneming van de af
wijzing op de beslissing van burgemeester en wethouders kan terug
komen.
De heer VIS is teleurgesteld dat burgemeester en wethouders zijn
verzoek tot het in studie nemen van een nieuwe subsidie-regeling af
wijzen. Hij meent te weten dat landelijk de door hem voorgestelde
subsidie-regeling wordt voorgestaan. Cijfers dienaangaande zijn echter
momenteel nog niet aanwezig. Spreker wijst er op dat degemeenten,
die op deze wijze subsidiëren, ook bijdragen in de exploitatiekosten
van de tehuizen in Breda.
Bovendien zijner kleine gemeenten en hij denkt aan Ermelo bij
voorbeeld, die door de grote garnizoenen, in deze gemeenten ge
legerd, de grote lasten niet kunnen opbrengen aan de exploitatie van
de ijdilitaireTehuizen verbonden. Deze gemeenten, worden door de
landelijke organisatie geholpen. Omdat de militairen afkomstig uit
Breda deze militaire tehuizen kunnen bezoeken is het volgens spreker
van betekenis het verzoek van de stichting militaire tehuizen van
het Humanistisch Thuisfront opnieuw te bekijken. Het zou mogelijk
zijn naast subsidiëring van de plaatselijke tehuizen nog een beperkt
landelijk subsidie te verlenen. Hij denkt b.v.aan een subsidiebedrag
van 25,-per militair tehuis. Hier kan dus sprakezijn van een sym
pathie subsidie, hetwelk wel eens meer is verstrekt.
Wethouder MEIJS merkt op dat de vraag van de heer Vis om het
subsidie-verzoek nogmaals in studie te nemen, het verwijt impliceert
aan het adres van burgemeester en wethouders dat zij er niet vol
doende aandacht aan hebben besteed. Hij meent te moeten mede
delen dat de heer Vis zich hierin vergist. Burgemeester en wethouders
hebben zich volkomen gerealiseerd wat een wijziging van de sub
sidie-regeling gaat kosten. Nu de begroting 1962 met enige moeite
sluitend is, zijn burgemeester en wethouders van mening dat de sub
sidiëring van de plaatselijke tehuizen gehandhaafd moet blijven en
dat voor het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen moet