301
16 MEI 1962.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
5. BEZWAARSCHRIFTEN AANLEGBELASTING 1960 EN 1961.
De heer NIEUWLAAT is van mening dat volgens de verorde
ning de raad nu niet anders kan beslissen dan niet-ontvankelijk
verklaren. De teneur der bezwaarschriften wijst op de onbillijk
heid der baatbelasting.
De VOORZITTER onderbreekt de heerNieuwlaat met de mede
deling dat een onderzoek naar de aanslagregeling, zoals die in
andere gemeenten wordt gebezigd, is ingesteld. Aan de hand van
dit onderzoek zal worden bezien of het mogelijk is wijziging aan
te brengen. Hierover zal de raad nog worden ingelicht.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
6. CONTRACT MET N.V. PUBLEX.
De heer QUADEKKER verzoekt toelichting op de bepaling,on
der 5 van het concept raadsbesluit opgenomen.
De VOORZITTER isvan mening dat dit duidelijk genoeg isom-
schreven.
De heer QUADEKKER zegt dat het speciaal gaat over hetgeen
in de tweede alinea van dit punt is opgenomen. Na lezing hier
van heeft hij contact opgenomen met N.V. Publex. Men vertelde
spreker dat het niet de bedoeling was verkiezingsbiljetten op te
plakken; daar zouden de van gemeentewege geplaatste 50 borden
voor zijn.
De VOORZITTER zegt dat N, V. Publex zich niet bemoeit met
verkiezingen.
De heer QUADEKKER merkt op, dat er is bepaald, dat N.V.
Publex slechts tegen de werkelijke plakkosten verkiezingsbiljetten
mag plakken.
De heer VAN BIJNEN deelt mede dat onlangs wel op de borden
van N.V. Publex verkiezingsbiljetten zijn geplakt; hij meent bij
de verkiezingen voor provinciale staten.
De VOORZITTER kan niet zeggen of het aanbrengen van ver
kiezingsreclame met de N.V. Publex is besproken. Het is echter
wel duidelijk te lezen, hoe dit geregeld is. De raad kan het con
tract aanvaarden en N.V. Publex ook. De gemeente en N.V. Pu
blex zijn er dan aan gebonden.Tegen de heer Quadekker wil spre
ker nog wel zeggen dat hij zich voor inlichtingen beter tot de be
treffende afdeling had kunnen wenden, dan rechtstreeks tot de N.
V. Publex.