I
305
16 MEI 1962.
V
-O
V
23. VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE EXPLOITATIEKOSTEN
OPENBAAR KLEUTERONDERWIJS OVER HET JAAR 1961.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten»
25. AANVULLENDE SUBSIDIES BRABANTS ORKEST, HET BRA
BANTS CONSERVATORIUM EN HET ZUIDELIJK TONEEL.
De heer VAN BIJNEN acht dit voorstel van grote betekenis. De
subsidiëring van deze drie pijlers waarop de cultuur in Brabant steunt
is al meermalen in deze raad besproken, In de subsidie-commissie
is hij volledig ingelicht, maar hij acht het toch nodig dat het daar
bij niet blijft; de zaak moet in de raad ook worden besproken op
dat in brede kring bekendheid wordt gegeven aan deze materie.
Er bestonden bij verschillende raadsleden bezwaren tegen sub
sidie van een bedrag per inwoner. Dit bedrag is daarenboven nog
enige malen verhoogd. Als raadslid had men het gevoel dat men
niet wist hoe de zaak ging,
Over de in Breda gegeven uitvoeringen is hij niet tevreden. Het
overleg van burgemeester en wethouders en colleges van andere
gemeenten en van de provincie i&ttèg#- hij ten zeerste toe. Hoewel
hij in het overleg van de commissie reeds uitvoerig is voorgelicht
zou hij gaarne in het publiek nog enige inlichtingen verkrijgen.
Deze zijn: waaruit bestaat het subsidi'ènten-overleg, welke macht
en bevoegdheden heeft dit, heeft het inzake het rekenkundig be
heer iets te zeggen, zal men dit alleen doen door het horen van
het bestuur of zal men hiervoor mensen aanstellen? Zal men de
rekening controleren en een vinger in de pap houden bij het op
stellen van de begroting. Zijn de bijdragen van kleine gemeenten
extra subsidies, buiten die van provincie en grote gemeenten? Hij
ziet deze zaken gaarne toegelicht om te weten wat er gebeurt.
Thans is er weer achteraf gesubsidieerd, gedacht werd er met het
bedrag per inwoner vanaf te zijn. Hoe zal dit in de toekomst ge
beuren, zal het nu de laatste keer zijn dat achterstallige uitgaven
moeten worden gedekt. Op deze wijze is het een onprettige zaak»
De heer VAN WERKHOOVEN vindt het jammer dat hij bij de
ter visie gelegde stukken slechts het tweede gedeelte van de brief
van het Zuidelijk Toneel heeft aangetroffen. Het eerste deel was
niet aanwezig.
In aansluiting op hetgeen de heer Van Bijnen heeft gezegd kan
hij mededelen dat hij dezelfde vragen wilde stellen.
Hij heeft van een fractie-genoot gehoord dat de zaak in de
subsidie-commissie uitvoerig is besproken. Hij heeft de overtui
ging dat de wethouder zich in deze veel moeite getroost en op het
goede spoor is.
Het bezwaar van sprekers fractie is echter in het algemeen de
subsidiering met een bedrag per inwoner. Dit bezwaar blijkt wel
goed. Een goed huisvader zet de tering naar de nering; hier wor
den eerst uitgaven gedaan en later worden de tekorten aangevuld.
Reeds drie maanden geleden heeft hij al in de pers kunnen lezen
wat de tekorten waren. Hij heeft dan ook uitgezien naar een raads-